zaterdag 9 april 2011

Nog een wijze les van Anna.

.
"Als je buitengesloten wordt en je merkt dat de 'sterken' tegen je zijn, om welke reden dan ook, zul je jouw eigen partij op moeten richten."
Aldus Anna, mijn grootmoeder.

Ze zei dat naar aanleiding van gepest worden op school en thuis. Ze bedoelde dat ik niet kwaad of verdrietig weg moest lopen, maar dat ik moest proberen om mijn sociaalste én mijn slimste beentje voor te zetten en moest proberen om aansluiting te vinden bij anderen dan de pestkoppen. Volgens haar moest je daarvoor gebruik maken van je talenten.

Ik wist nog niet wat mijn talenten waren. De meeste van mijn bekwaamheden werden al snel de grond ingeboord en afgedaan als zijnde 'net onder de middelmaat'.
Maar ik was een snelle denker en creatief. In plaats van die eigen partijtjes op te richten stortte ik mij op het lezen van boeken. Ik las alles wat ik te pakken kon krijgen. De bibliotheek was mijn tweede huis. Soms zat ik aan de leestafel met mijn verse stapeltje te wachten op een tijdschrift waar iemand anders nog in bezig was. En dan begon ik aan het dunste boek. Het was uit voordat ik de bibliotheek verliet.
Ik had (en heb) een goed geheugen en veel boekenkennis.
En helaas te veel mensenkennis betreffende naarlingen.

Als ik op mijn kamertje aan het lezen was, las ik karakters, ik typeerde de hoofdpersonen. Ik zag wat ze deden en hoe ze leefden en wat de consequentie daar van was. Ik begreep dat je niet iedereen over een kam kon scheren en dat ik bij het typeren van mijn eventuele vijanden en vrienden de plank vaak mis zou slaan. Geen twee mensen zijn hetzelfde. Science fiction las ik zelden.

Het oprichten van Pro-Gavi-Partijtjes was dus niet echt eenvoudig. Ik was door schade en schande wijs geworden en moest keuzes maken. Het aanvallen van de treiteraars was niet effectief, dat begreep ik al snel. Een klasgenoot die vriendin was met de grootste pestkop, negeerde ik. En haar vriendin ook. En dan kwamen er vaak als vanzelf mensen die ook gepest werden in mijn kringetje. Dat waren er vaak meer dan de treiteraars. Mijn talent lag niet bij het kapot maken van anderen, maar bij het verzamelen van lotgenoten. Dat was veilig en hun persoonlijkheid kon ik wel plaatsen. Bovendien waren het de wat stillere types, veelal lezers en studiebollen, we onderwezen elkaar in de materie van het mensdom.

Ik heb daar ook lange vriendschappen aan overgehouden, door dik-en-dun vriendinnen en vrienden. Ik heb ook geleerd dat slachtoffers van treiteraars niet zielig zijn; integendeel, ze zijn loeisterk en gevormd door het leven. En ze zijn te herkennen aan een speciaal soort humor.

De daders daarentegen zijn sneu, zwak en dom gebleven. Ze hebben veel aanhangers gehad, door hun stoere acties, en zelden kritiek. Ze zijn verloren zonder die blinde volgelingen en hebben ook nooit enig ander talent ontwikkeld. Ze hebben zichzelf meer dan eens moeten scharen onder de vleugels van de nog grotere treiteraars, de uitermate ongeremde humorloze wreedaards. Een dergelijk bestaan wens ik niemand toe.

Ik richt nog steeds af en toe mijn partijtjes op, tijdelijke dus. Ik laat eerst mijn zwakke kanten zien, daarna pas mijn sterke. En daarna kan ik gewoon mijzelf blijven, niemand hoeft te gissen hoe kwetsbaar ik ben. Niemand hoeft ook verbaasd te zijn over mijn kracht. Het zijn gegevens, mensen die daar overheen gekeken hebben, hadden duidelijk niet genoeg interesse. Hen rest slechts het stemmen op de zichtbare sterke, die vaak pas zijn onvermogen op tafel smijt als het voor iedereen te laat is.

Anna had gelijk. Alweer.
De sterkste volgen is gemakzucht. De sterkste vereren zonder zelf na te denken is dom. In je eigen partijtje kun je laten zien wie je bent, samen met anderen, op een min of meer gelijk niveau.
Je hoeft je niet continue te bewijzen. Je kunt gewoon mensch blijven.



Wordt vervolgd.





©Gavi Mensch
Maastricht, 9-4-2011
Drawing ©GaviMensch all right reserved 2011

1 opmerking:

Sabia zei

mooi verwoord en zeer waar :)

Een reactie posten