vrijdag 19 oktober 2012

Dementerenden kosten minder thuis?




Dat dementerenden 'goedkoop' thuis kunnen worden verpleegd is een idee van een zogenaamde wezenloos zonder ouders, partner of kinderen. 
Het thuis verplegen van iemand met een dementie is lood en loodzwaar. Het is 24/7, je bent nooit gerust, je kunt als partner nooit meer vrij ademhalen. Je partner is dement en jij wordt opgesloten zolang hij of zij leeft. Sommige ouderen kunnen dat opbrengen, anderen raken gedeprimeerd en dan is er dubbele zorg nodig.



Wat hebben we nodig om een dementerende patiënt thuis te verplegen?
Afhankelijk van het stadium van dementie is dat nogal verschillend.
Maar de omgeving vraagt vanaf het begin om speciale maatregelen.




Eerst een veilig huis, met haakjes op deuren waar men de patiënt niet meer wil hebben, bijvoorbeeld een keuken met gasfornuis.
Een traplift want ook de motorische zekerheden verminderen snel.
Een aangepaste badkamer, iemand die motorisch slecht is of wordt wil je niet douchen in een badkuip met hoge rand.
Een slaapkamer waar twee aparte bedden in passen. Of een aparte slaapkamer voor de patiënt en de 'nachtdienst'(?)
Een aangepast toilet, liefst met ruimte om de patiënt te verschonen. Let wel in veel oudere huizen is het toilet beneden en de badkamer boven.
Geen gasfornuis meer, alles moet elektrisch, met speciale veiligheidsschakelaars. Verder een persoonlijk alarm, sleuteluitgifte, een open telefoonverbinding en overal camera's?

Wie gaat al die aanpassingen betalen? Van de jongeren van nu kun je zeggen dat ze gewaarschuwd zijn en dat ze hun huizen zo moeten inrichten dat ze daar tot aan de dood kunnen blijven wonen. Verkopen is ook al geen optie meer namelijk.

Verhuizen is ook voor de patiënt niet aan te bevelen. Een demente patiënt lijkt zich het best te kunnen handhaven in de omgeving waar zich zijn vroegste herinneringen bevinden.

Een persoonlijke begeleider die bij beginnende dementie de patiënt (en de partner) ondersteunt. Een case manager, zo u wilt.

Erg mooi bedacht van de VGZ en Geriant (zorgverlener met zeer verouderderde informatie op de website) maar wie gaat dat doen, wat levert dat op en hoe is de bereikbaarheid? Wachttijden van 2 tot 3 weken voor intake alleen al? Hoeveel managers ( o got wat een woord) heb je nodig en hoeveel zijn er? De casemanager is de coördinator die de patiënt met 'enige' regelmaat bezoekt, bekijkt wat er nodig is om thuis te kunnen blijven wonen; de grens van casemanagement is snel zichtbaar. Ook al weet ik wat ik zou willen inzetten bij een bejaard echtpaar waarvan de man dementerend is en de vrouw niet al te best ter been, er zijn niet genoeg mensen die inzetbaar zijn. Probleem is en blijft het te kleine bestand aan verzorgenden en bovendien het te kleine budget.

En dan het nut. Wordt de mantelzorger ontlast? Door wie? Door de persoonlijk begeleider, de casemanager? Een gespecialiseerde verzorgende van de thuis- of buurtzorg? Een zorgcoördinator? Allemaal mensen die er waarschijnlijk net niet zijn als de loodzware dementerende patiënt moet plassen en niet wil dat de partner hem of haar begeleidt. En dus alles bevuilt. En de huishoudelijke zorg die pas weer over 3 dagen komt. Want de partner kan het allemaal best zelf doen.
En waar halen we al die mensen vandaan? Hoe makkelijk gaat het worden om te zeggen dat er vandaag niemand komt omdat er simpelweg niemand is?

Hoeveel besparing op overhead gaat dat opleveren? Die casemanagers  moeten ook weer een kantoor, een manager of twee en een teamleider, een coördinator en een planner annex administratief ondersteuner en natuurlijk vergadertijd  ….toch?
Alle mensen met dementie volgens protocol thuis begeleiden: onmogelijk!
Ik heb wel 100 mensen met dementie verpleegd, van een 50 jarige vrouw waar ik dagdelen thuiszorg deed tot aan een 48 jarige man met Korsakov, die ook nog een heftig leverfalen had en de niet aflatende drankzucht. En alle gemiddelde dementerende mensen er tussenin. Geen van allen zijn ze gebaat met een dure casemanager, wel met oproepbare gespecialiseerde zorgverleners.  Ik was ooit wijkverpleegkundige zonder horloge, ik werkte dagdelen en de minuutjes die ik overhad, liep ik nog even ergens binnen, bij een eenzame oudere of bij de partner van een dementerende patiënt. Ik was oproepbaar voor de patiënten én de mantelzorgers.

Voor alleenwonende Alzheimer patiënten gaat de casemanager sowieso niets betekenen. Een alleenwonende dementerende patiënt is zoiets als een 6 jarige alleen in een huis zetten en zeggen: Morgen kom ik weer terug.
En je thuis bedenken of je de lucifers en aanstekers wel hebt weggehaald.

Maar als we goed rekenen wordt het op het eind een onmogelijke zaak, je kunt geen verzorgende hele dagen stationeren bij dementerende patiënten. Dat is onbetaalbaar en daar verandert een casemanager niets aan. 

Ik begrijp dus dat bij deze stunt van VGZ en Geriant, dat de geldstroom van pot verwisselt en dat men daar als patiënt of mantelzorger nog steeds niet mee geholpen is.

Als alternatief kan ik alleen voorstellen dat, alle nog thuiswonende dementerenden een PGB krijgen waar men gewoon hulp voor kan inkopen, desnoods van die lieve buurvrouw. Hulp bieden is een ding, ingezet worden als gratis hulpverlener is iets heel anders.

Ik pleit ook voor het opleiden van veel meer gespecialiseerde geriatrieverzorgenden, voornamelijk voor de (thuis- en buurt-) wijkzorg.

En ik pleit natuurlijk weer voor het terugbrengen van zorgbestuurders en managers naar deze planeet aarde:
"Mijne heren en ook dames, u hebt gekozen voor een werkplek in deze maatschappij die niets anders inhoudt dan het coördineren van zorg en geldstromen. Maar niet naar uw eigen achterzak!"

Zouden ze nog zo veel vergaderen op hun ergonomisch verantwoorde stoelen als ze  gewoon in de hoogste salarisschaal zouden zitten?
Kunnen ze niet gewoon, all in, 8365,94 euro verdienen per maand en dat 13 keer? Dat is nog altijd 108.757,22 per jaar.
Maar wel minimaal 100.000 minder dan wat de meesten tegenwoordig bedingen, om nog maar niet te spreken van de lease bakken en pensioen regelingen, bonussen en vertrekpremies.

Hoe we ook rekenen en passen en meten en mensen met duurklinkende namen op allerlei plekken zetten, de uitkomst is telkens dezelfde: het werkt niet voor de patiënt en zijn omgeving.

Wat wel werkt is het vak van verzorgende en verpleegkundige aantrekkelijker maken door het een diepere inhoud te geven dan het 'per minuut werken' en door meer mensen beter op te leiden voor een iets beter salaris. Zo wordt men niet overbelast, is er ruimte voor plezier in het werk.
Mijn patiënten zijn gebaat bij bijvoorbeeld meerdere vaste verzorgenden. En een vaste en goed bereikbare coördinator, in de wijk zelf. Niet eentje die over een enorm gebied voor honderden patiënten tegelijk bezig is.

Dat het te kostbaar wordt om voor zieken verzorgings- en verpleeghuizen te bouwen is logisch. Dat het ook wel een ludiek idee zou zijn om bestaande ruimtes aan te passen is vooralsnog een droom.

Ik hoop daarmee VGZ even uit de droom te hebben geholpen en ook Geriant. Zonder handen aan het bed of de toiletstoel, heb je nog steeds helemaal niets.
Op dit moment doen de wijkverpleegkundigen een groot deel van de ouderenzorg en de zorgcoördinatie, met het geld uit projectpotjes. 
Maak dat alvast een vaststaande taak, zonder minutenregistratie.



Het misbruiken van zorggelden voor casemanagers lost niets op!



©Gavi Mensch
Nederland BV, 19-10-2012.

  
N.a.v. artikel in de Volkskrant van 19-10-2012 alleen te vinden in de papieren versie op pagina7 en verder op pagina 22. [ Dementerenden thuis verplegen goedkoper] 


Update: met alle woonhuizen vol, komen verzorgingshuizen leeg te staan. Wat een raar spelletje: http://www.skipr.nl/actueel/id12471-leegstand-in-verzorgingstehuizen-dreigt.html#comments






.

donderdag 18 oktober 2012

Amsterdam, herinneringen 1




. 

Ik houd van Amsterdam, ik heb er ruim een jaar gewoond toen ik nog jong en onschuldig was. Ik was klaar met mijn eerste opleiding en was al een tijdje in het buitenland geweest. Mijn eerste baan was geen succes, parttime in een kinderdagverblijf, later aangevuld met het 'doen' van de Koffiecorner van de Bijenkorf in het centrum. Via het arbeidsbureau kwam ik aan een baan op een reclamebureau. 


schilderij v Corina Karstenberg ©


Ik woonde op een gedeelde etage in de Karel du Jardinstraat, met als hatelijke en slonzige en nog volkomen onbekende achterbuurvrouw Sylvia Kristel en de vrolijke Dennis en nog wat andere jonge acteurs, die 'gewoon' bij het toneel waren, als buren. Met al onze vrienden die uit het buitenland kwamen om te  logeren. De etage was een verhaal op zich, maar daarover later meer.





De heerlijke Gelaghkamer op de Vijzelgracht als stamkroeg die ik mocht delen met Ramses Shaffy, Marjol Flore, Amman Werner (mijn baas ) en nog wat van dat soort doorgewinterde boemelaars; allemaal even beschermend en elegant met de jongste (ik).  


                                                                                                                                                                                     
schilder: Ramses Shaffy

Doorgewinterde en humoristische dronkenlappen. Er waren theatermakers en acteurs, filmproducenten en actrices, die dat niet waren en er was altijd muziek. Heel veel jaren later zag ik Ramses in een klein theater in Dordrecht en hij improviseerde een liedje waar ze in de Gelaghkamer altijd ter plekke andere woorden op verzonnen, afhankelijk van wie er binnen kwam. En de eerste regels van het mijne wist ie nog!
                                                                                                    



Amman Werner was mijn baas op het reclamebureau Trend Communications, een reclamebureau bevolkt met uitermate creatieve en ontembare briljante geesten. Kwinkslagen werden beloond, dat was het betere werk! 
Op zondagmorgen gingen we ook wel met alle Wernertjes zwemmen in het Sportfondsenbad, destijds nog in de buurt van het Mercatorplein als ik me goed herinner.

Op vrijdagmiddag na het werk een terrasje, ´s avonds naar de kroeg, daarna naar de nachtfilm, dan naar een zeemanscafé ergens op de Oudezijds om, al zittend op het afgedekte biljart met bruinebonensoep in je handen, te schaken of te dammen met een verlopen intellectueel. En eindigend om 5 uur 's morgens op Nieuwmarkt, in het café van een oude slechtgehumeurde prostituee die je sterke koffie schonk terwijl ze je uitschold. Maar het was de eerste kroeg die op die tijd open ging..... voor koffie.
Dan naar huis, douchen en gelijk door naar de markt. Daarna meestal eten bij wie je tegenkwam en vervolgens begon dan alles weer van voren af aan.

Als hippie schuimde ik het Waterloo plein af en de Looier. Alles was tweedehands en tegelijkertijd allemaal nieuw...voor mij.

Jaren in het buitenland maakten niet dat mijn liefde voor Amsterdam verdween. Elke Schiphol-landing (er was nog niet veel keuze in vliegvelden) deed ik een rondje. 

Later kwam ik wel weer wat vaker in Amsterdam, mijn tante woonde op de Groenburgwal en mijn nicht, die in kunst handelde, woonde in een prachtig appartement aan de Amstel. Met mijn dochter ging ik de jaren '60 winkeltjes in en uit. Met mijn zoon naar Café Chaos, geweldig dat je daar de schillen van de pinda´s op de grond mocht gooien!
Een lacherige boom opzetten met Paul Asscher (van de diamanten) en zijn vrouw over het nut van een grote kosjere McDonald's halverwege Amsterdam en Antwerpen. Om de heen en weer reizende diamantairs van goedkoop én kosjer eten te voorzien. Van hem heb ik geleerd om een diamant te beoordelen. Gewoon een aardige Amsterdamse jongen.

Negentien was ik en in Amsterdam altijd de jongste. Dat was ik daarvoor nooit geweest en daarna ook niet meer. Het was een belangrijke mijlpaal in mijn leven.
Ik heb destijds zoveel in mijn geheugen gegrift, ik kan er nog jaren mee vooruit. Het is al zolang geleden, maar zo voelt het niet.

Amsterdam is mijn woord voor contrasten, voor zoete en stoere herinneringen en voor authentiek. Ik heb iets met Amsterdam en het houdt nog steeds van mij.


©Gavi Mensch
Nederland BV 18-10-2012
All rights reserved 2012


Uit mijn dagboek: Hinkend op twee gedachten
Amsterdam, 1971;
bewerkt: Jerez, 26-11-2006

donderdag 11 oktober 2012

Gastcolumn Ton Broekhuisen: Pil van Drion wacht gouden toekomst


Mijn angst en gefundeerde boosheid over het gehannes in de zorg, de cententellers, de kruideniers (die zich met zieken en hulpbehoevenden bemoeien in plaats van de rovers, graaiers en fraudeurs) werd vanmorgen briljant verwoord door Ton Broekhuisen, gelukkig niet vrij van humor en wel héél duidelijk:



Pil van Drion wacht gouden toekomst
Zelfs alle kunstgrepen kunnen het niet langer verbloemen: de voormalige reus Nederland heeft zich vertild. En wankelt richting het ravijn. Logisch. Als je de hele wereld in het algemeen en Europa in het bijzonder op de been wilt houden. Terwijl ze er zelf een zootje van maken. Ook de laatste wanhoopspoging om de zorg door marktwerking betaalbaar te houden (lees: maken) werd een fiasco. De zorg is simpelweg onbetaalbaar geworden. En voor dat beetje zorg dat nog rest moeten we de absolute hoofdprijs betalen. In 2012 gaat 15% van ons inkomen op aan zorg. In 2020 al 20 %. Op papier lijkt dat nog mee te vallen. Helaas komt het er in de praktijk keihard op neer dat we steeds méér gaan betalen. Voor steeds mínder zorg.
Tot overmaat van ramp blijkt de gifbeker nog lang niet leeg. Als het aan de winnende combinatie VVD en PvdA ligt althans. Het regeerakkoord is weliswaar nog in de maak. Maar de voortekenen zijn dramatisch. Eeuwige lachebek Mark Rutte en zijn érg volgzame rechterhand Diederik Samsom lijken tot het gaatje te willen gaan om de Nederlandse bevolking op te laten draaien voor de veel te dure financiële huishouding van dit verloren land.
Naar is uitgelekt verlagen de VVD en PvdA zichzelf tot puur jatwerk. Niet alleen lijkt er een extra bijdrage op het eigen risico onderweg. Voor het gemak vallen bezoekjes aan de huisarts voortaan ook onder dat eigen risico. Maar het kan nóg valser. Er gaan waarschijnlijk ook boetes worden opgelegd voor ‘onnodig’ bezoek aan een huisartsenpraktijk of EHBO-post in het ziekenhuis. Waardoor de gezondheidszorg definitief tot jurysport lijkt te zijn gedegradeerd.
Ik stel me dat als volgt voor. Omdat ik me zorgen maak over mijn nogal blauwgekleurde kuiten maak ik een afspraak met mijn huisarts. Nadat zijn altijd drukke assistente na een minuut of tien eindelijk de telefoon heeft opgenomen. En ik haar na dik twintig minuten heb weten te overtuigen dat deze delicate kwestie niet door háár valt af te handelen. In de spreekkamer vraagt de huisarts me vriendelijk om mijn broek te laten zakken. Omdat het jurylid naast hem me bemoedigend toeknikt, besluit ik dat te doen. Niet veel later stelt de huisarts een geruststellende diagnose: “Meneer Broekhuisen, het goede nieuws is dat u géén spataderen heeft. Het slechte nieuws is dat uw spijkerbroek nogal afgeeft aan de binnenkant.” Waarna het jurylid breed grijnzend een boete uit begint te schrijven. En me sissend toevoegt: “’Wilt u pinnen of contant betalen? Het is nogal duidelijk is dat u niets te zoeken had bij uw huisarts.”




Een prognose dan maar. Binnen nu een vijf jaar worden we niet meer door de tandarts geholpen. Als we minder dan zes keer per dag onze tanden poetsen. En over tien jaar worden we niet meer geopereerd. Als we, hoe bewusteloos ook, niet vooraf het verschuldigde bedrag over hebben gemaakt aan de chirurg van dienst. En over 15 jaar worden we afgeschoten. Zodra we 70 jaar zijn. En met onze eigenwijze, pensioengerechtigde klotekop verzuimd hebben de pil van Drion te slikken.




Ooit vroeg een lezer aan de ook in Feyenoord-kringen niet onbekende columnist Jan D. Swart waarom hij het in Nederland niet voor gezien hield. Als hij toch altijd wat te zeiken had over dit land. Het korte en bondige antwoord van Jan D. Swart ben ik nooit vergeten: “Nee, ik blijf. Omdat ik wil weten hoe het hier afloopt.” Treffender kan ík het onmogelijk zeggen.
Ton






Met dank aan Ton voor het verlenen van de toestemming voor deze gastcolumn en voor een DM met een groot compliment dat ik voor mijzelf hou.

Eerder verschenen op: http://moetenwenietwillen.nl/2012/10/pil-van-drion-wacht-gouden-toekomst-boete-huisart/#more-14760 E

Deze en andere columns van Ton Broekhuisen zijn te lezen op zijn site: http://typischton.nl/archief/posts/ en hij is goed te volgen op twitter @tonbroek





©GaviMensch
NederlandBV 11-10-2012


donderdag 4 oktober 2012

Hout 1 Marcelle van der Leeuw



  
Bewezen is dat als mensen door de bomen het bos niet meer zien, een lange boswandeling een uitstekende oppepper is. Ik knap al op van het aanzicht van hout.

We, de leden van mijn gezin, hebben niets met wat mijn zoon treehuggers noemt, maar wel met bossen en met hout. Mijn dochter wilde toen ze klein was niet van het bospad af en liep op haar tenen om maar vooral niet op de kabouterhuizen te trappen. Mijn zoon weigerde champignons te eten, waarschijnlijk om dezelfde reden. Maar naar het bos gaan is voor allemaal nog steeds een uitje. Mijn kleindochter heeft nu het wonder van de glimmende kastanjes ontdekt en de grootte van de bomen waar ze inhangen.

In de herfst is iedereen met die bomen bezig. Met de bladeren, de vallende bladeren. Niet met de levende materie, het hout; materie  die je kunt vormen en die nog eeuwenlang kan krimpen en uitzetten.

Ik ben gek op hout, gewoon eerlijk hout. Op mooie beelden van hout, op gebruiksvoorwerpen. Ik heb dan ook twee houtkunstenaars die me zeer lief zijn.

De eerste is Marcelle van der Leeuw ; zij maakt o.a. tafels en banken die ik allemaal zou willen kopen.

Voorlopig blijft dat nog alleen maar kijken 

Voor tafeltje WILOTT verzon ik de naam, die heeft dus een streepje voor.








FOREST hieronder is een waar kunstwerk en toch bruikbaar. 

onder en zijaanzicht


Marcelle won bij een Italiaanse designerswedstrijd
 'Only for Women' een prijs met 
4SKIS 


Het blanke hout van  de IJSBEER
en  DUALITY een kunstwerk met een gladde en een ongelijke kant










Volg Marcelle op twitter @leeuwleeuw

of neem een kijkje op haar blog:





©Gavi Mensch
Nederland BV, 4-10-2012
All rights reserved 2012

Update juni 2014: Expositie van schilderijen en houten objecten van Marcelle van der Leeuw. Gaat dat zien!