Het stormt, zo'n ouderwetse frisse zomerstorm. Ik heb het
nooit erg gevonden om na warme dagen een paar dagen door koude windvlagen om de
oren te worden geslagen. Het heeft iets van een oergeweld; niet te vergelijken
natuurlijk met de echt gevaarlijke tornado's of orkanen.
Voeger, toen we (kleinkinderen) nog met mijn grootmoeder en
ooms naar Katwijk gingen en daar wel een maand (of in ieder geval lang) bleven,
was de zeewind mijn dagelijkse speelkameraadje. De ene dag met een dikke trui
over je rok en bloesje heen en de andere dag met een trui over je gebreide
badpakje op het strand. Over de martelingen van het gebreide badpakje heb ik
het andere keer. We speelden dat we omvergeblazen werden in het zand, gilden
van de lach.
De wind was mijn vriend, hij boog het helmgras in de duinen
voor mijn voeten weg en maakt natte zandhoopje op het strand. Van de wind kreeg
je wangen met kleurtjes als appeltjes. Mijn ooms waren allebei kapiteins,
zuiplappen en stoere donders; de wind hoorde bij leven en dood werd mij verteld,
ik was toen een jaar of 6.
De oom die zich het eerste dooddronk was de leukste
vroeger. Hij nam mij mee naar het beeld van de vissersweduwe met haar kind,
waar hij vertelde dat het schip was vergaan in een vreselijke storm en dat de
vissersvrouw alleen achterbleef met haar kind. Dat verhaal was goed voor tranen.
Later was ik een lange tijd niet zo bevriend met stormen. Als
ik met de fiets dijk-op naar school moest trappen, had ik minstens 10 minuten
een hoestbui en als het op de terugweg nog zo waaide zat ik een hele tijd
onderaan de trap uit te hoesten. Dat had wel het voordeel dat mijn longvolume
ondanks de eeuwige bronchitis groot bleef.
Ziekmakend waren de Föhn, de Mistral, de Tramontana en de
Levante, allemaal windsoorten uit mijn woon of verblijfplaatsen en die een
venijnige hoofdpijn teweeg brachten. En dan nog vond ik het wel spannend. Je
kon het een dag van te voren al voelen, er was vaak letterlijk stilte voor de
storm.
Vandaag waait hier, net als gisteren, een zuidwester. De
naam die doet denken aan het hoofddeksel dat bij mijn regenjas hoorden en die,
als je de kraag over de achterkant opsloeg, zorgde voor een continue aanvoer
van water langs je ruggengraat.
Katwijk was toen nog een heerlijk oord voor kinderen.
Scheppen en dollen, zonder vergunning het strand omploegen en
brood-met-pindakaas-met-zand picknicken in de duinen. We hadden niet de hele
dag volwassenen op ons nek, alleen de zeewind.
Vandaag heeft de wind aardig wat schade aan gericht. Het
redelijk stevige nest van de eksters was er niet helemaal tegen bestand. Ik
hoop dat de jongen door de storm gedwongen vroege leerlingen waren. Veel bomen
zijn geknakt en het jonge fruit is van de bomen gezwiept. Een feestmaal voor
wormen, slakken en vogels.
In mijn kleine tuintje valt de schade mee. Mijn laatste
nectarines (3) hangen nog en de moestuin is redelijk beschut. Alleen mijn
nep grasmatten vliegen van hot naar haar en ligt vol met de troep uit de buurt.
Gelukkig kan ik mijn gras uitkloppen.
Het wapperende vliegengordijn oogstte veel applaus en oh's
en ah's van mijn kleintjes gisteren. Over de wind kun je leuke verhalen
vertellen. Mijn kleintjes hebben dan ook flink terug geblazen naar de wind.
Ik zou wetenschappers willen vragen om te zorgen voor gemene
stormen op slagvelden. Zand in je ogen maakt de 'vijand' onzichtbaar en zand in
je wapens is geweldig, die doen het niet meer! Mijnen leggen raakt dan uit de
mode want de wind verandert het landschap, je kunt dus niet zeker meer zijn van
je eigen mijnenveld. Tanks willen wel rijden in de woestijn, met zandstormen
zullen ze veel in rondjes rijden, precies zoals we het graag hebben.
Wind is ook goed voor het opfrissen van al die koppen vol
stof en rag. Ik raad alle zelfingenomen politici, ambtenaren en CEO's om
vandaag met de mond wijd open te lopen en de neusvleugels gespreid. Diep in en
uit ademen. Wie dat niet wil of kan, moet de adem maar inhouden tot de storm
helemaal voorbij is. En dan vlug overal windmolens neerzetten, niet meer over
zeuren in dit land van water en wind.
Vanmiddag haal ik mijn kleindochter op van haar
peuterdagverblijf. Dan rijden we naar huis met alle raampjes en het dak open en
moet ze haar armen wijd doen om zo naar huis te vliegen. Ik hoor haar nu al
giechelen. En natuurlijk doe ik net of de storm mij omver blaast tot ze gilt
van de lach.
©Eveline van Donkelaar
Maastricht 7-6-2017.