vrijdag 6 december 2013

Hoog water rond het eiland van Dordrecht





Normaal gesproken slaap ik vast maar om een uur of 3 's nachts werd wakker van een vreemd geluid en een rare lucht. Ik stapte uit bed en liep de hoge trap af. Voorzichtig dat wel. Als je getrouwd bent met een juwelier word je vanzelf waakzaam. In de hoge hal op de begane grond hing een weeïge geur, een bekende geur die ik toch niet zo snel kon thuisbrengen. Ik kon het geluid niet thuisbrengen
Zachtjes deed ik de deur naar het souterrain open, er was weer eens geen licht, het eeuwig kapotte lampje. Voorzichtig liep ik de houten treden af, in de gang beneden zat een lichtknopje. Opeens hoorde ik het geklots en tegelijkertijd voelde ik nattigheid. Er waren zeker nog twee treden te gaan en ik stond in het water! Ook de geur maakte een beeld in het donker. Het beeld van de gitzwarte rivier en de haven achter ons huis. Er stond water in het onderhuis.

Even was ik met stomheid geslagen en kwamen beelden van de watersnood naar boven.
Beelden uit het boek over de watersnood, het zwart-wit kaft met de grijze golven.
Ik kan dat nooit bewust meegemaakt hebben; ik was toen een maand of 9. Maar ik denk dat er veel over gesproken werd, thuis. Bovendien was mijn vader altijd waakzaam bij hoogwater

Toen mijn vaders huis en de zaak opnieuw opgebouwd waren aan het eind van de oorlog, liet hij een soort schuilkelder in het souterrain maken. Met een grote brandkast waar de waarde volle spullen in lagen. Het huis was in brand gestoken door de Duitsers en alles ging verloren. Mijn vader had niets meer uit zijn jeugd, geen foto's geen speelgoed, niets.

In de kelders liep de eerste jaren wat water, later liet mijn vader de afvoeren afsluitbaar maken zodat het water in ieder geval niet via de afvoeren naar boven kon.
Als het hoog water werd, moest je op het 'sluitrondje' die kranen dicht draaien. We sloten om de beurt de winkel en de pakhuizen af. Mijn vader had maar één long ( en een beetje zei altijd) en liep slecht trappen.
Het afsluiten van de kranen was verantwoordelijk werk, ik voelde me heel wat met mijn 10 jaar en de opdracht om het huis te beschermen tegen het stijgende water.

Nu stond ik 40 jaar later met mijn voeten in de rivier, binnenshuis.

Na de eerste schok kwam ik in actie. Mijn man uit bed gehaald, begonnen met omhoog zetten van de spullen, vrienden gebeld om te komen helpen met hozen. Maar er was geen beginnen aan. Springtij, zuidwesterstorm, het water werd zo de havens van het eiland ingeblazen. 
Weer voelde ik die verantwoording om de indringer buiten te sluiten.

We hadden een grote eetkeuken in het souterrain, de eettafel werd snel met de poten in grote pannen gezet en daar bovenop de stoelen en alles wat onderin de kasten stond. Het rivierwater had onze tuin aan de rivier verzadigd en het water spoot als fonteinen door de tegels heen. Vrienden die kwamen hozen hadden al snel door dat het een onmogelijke zaak was. De tuin was een meer dan een meter hoger dan de keukenvloer, een ongelijke strijd. Het hoogwaterschot had geen enkele functie.

De brandweer bellen was nutteloos, voor degenen die buitendijks wonen is er weinig hulp. Mijn man ging er op uit om een dompelpomp te zoeken, ook dat was een vreemde gewaarwording, niet één in heel Dordrecht. We waren hier niet op voorbereid. In de waskelder hadden we de wasmachine en de droger op werktafels gezet. En verder dreef alles.
Ik had altijd of op de dijk of erachter gewoond en mijn man woonde vroeger aan de haven maar op de tweede etage.

Ik was volkomen ontdaan, zoveel water in een huis….
's Middags kwam de dompelpomp en we pompten het water eruit aan de straat kant, terwijl het er aan de tuinkant weer met dezelfde vaart weer in spoot; tegen de klippen op. Daarop volgden nog enkele keren springtij, 's middags en 's avonds en daarna begon het water te zakken. We werden stoer en lacherig. Met de stoelpoten in boodschappentassen gestoken aten we met kaplaarzen aan gewoon in de keuken waar het water nog vrolijk onder de tafel door kabbelde.

Uiteindelijk werd alles weer droog en schoongemaakt. Er werden verhogingen gemaakt onder de apparaten en een putje voor de dompelpomp.
De afgebladderde keukenvloer schilderde ik opnieuw in de blauwgrijze kleur van rivierwater op een zonnige dag.

Ik ben nooit bang geweest van water, ik houd van varen en ben een goede zwemmer. Maar het respect voor watermassa's is er altijd geweest.
En ik ben nog vaak de keldertrap afgelopen met gespitste oren.
Een erfenis uit een ver verleden of slechts de angst voor de kracht van het water?
Geen idee. Maar bij het woordje hoog water ben ik alert.

Morgen springtij, Dordrecht zal weer natte voeten halen.
Overmorgen ga ik kijken bij wie ik kan hozen of dweilen.





Wateroverlast in Dordrecht 2012



©Gavi Mensch

Dordrecht, 2-3-1990
Maastricht, 5-12-2013


Update 6-12-2013:



Update 6-12-2013: Mijn onrust was dus niet ongegrond....

http://nos.nl/artikel/583218-hoogste-waterstand-sinds-1953.html
.