In het voorjaar moet ik mijn achterplaatsje in gaan richten om zo af en toe van de frisse lucht te kunnen genieten. Ik wilde zeggen van de zon, maar ja, dat moet je hier altijd maar afwachten.
Het plaatsje is nog leeg, op die ene bloembak na; er zit iets in wat tegen de muur opkruipt, waarschijnlijk, ooit. Of gedaan heeft.
Ik heb dus met kerst een boompje met kluit gekocht, die staat nu nog in een beschermd hoekje naast de deur, na eerst twee weken acclimatiseren in mijn slaapkamer, zonder verwarming! En verder stroop ik de aanbiedingen af, een weet-ik-veel-eria voor weinig geld, hij of zij doet het maar matig, te nat of te droog, ik ben er nog niet achter, maar hij of zij kan naar buiten in het voorjaar. Verder heb ik al een jaar een vensterbanktomaat die bezig is aan de tweede generatie, de afgevallen tomaatjes zijn verdroogd en er komen nu nieuwe plantjes op. Die kan ook naar buiten. Mijn onzelievevrouwebedstro, vorig jaar gekocht op de Koninginnemarkt, mag ook buiten spelen, zij doet het fantastisch, krijgt een grote pot om lekker in uit te dijen, dat hoort bij lieve vrouwen, uitdijen.
Mijn roosjes, echter, hebben een psychiatrische aandoening.
Ja, ja, ik weet het, psychonurses zien overal spoken, analyseren te veel.
Weet je wat het is, die roosjes zijn een bedriegerij van Appie, drie voor vijf euro; toen dacht ik, nou da’s mooi, die kunnen dan naar buiten in het voorjaar. Helaas, ik moet hen echt verplegen, hen dwingen om te drinken in een normaal tempo, ze krijgen zelfs bijvoeding ( weg is mijn voordeel van drie voor vijf). Maar ik vrees het ergste, namelijk dat mijnheer Heijn hen als gewone snijroosjes in een potje aarde heeft gezet, of veel te jong geplant heeft.
De vergelijking met mijn anorexiapatiënten is nog niet zo gek. Van mijn broodmagere meisjes weet ik dat ze niet echt willen groeien, klein willen blijven, sommigen zijn veel te jong zonder begeleiding komen te staan en hebben geen houvast aan bestaande rolmodellen, alleen aan andere modellen en daar gaan ze dan soms uiteindelijk aan dood. Vanmiddag ga ik een roos kopen bij het tuincentrum, een echte voortrekster, dan weten ze hoe je er ook uit mag zien, groen, stevig en met bloemen.
Het is me mijn eer te na om die roosjes weg te gooien, en ik probeer een duaal diagnose te stellen, te jong en onzeker en ook nog ondervoed? Maar, zei de volhardende zuster, ze moeten wel te genezen zijn. Ik houd hen dus erg in de gaten, hoop nog steeds dat het ligt aan de droogte in huis door de CV en dompel hen eens in de week in een lauw badje. De dorre takjes heb ik afgeknipt zodat de rest wat meer energie krijgt.
Eigenlijk jammer dat je dat bij je patiënten niet kunt doen, iets wegknippen zodat de rest wat beter kan groeien. Nu ik er over nadenk is dat ook wel wat we doen, proberen wat sores weg te halen, de jeugd trauma’s en de onzekerheden te bespreken om daarna van de rest gezondere mensen te maken.
Maar goed, terug naar de roosjes. Ik heb ze weggehaald bij de verwarming, ze staan in een mandje in de keuken en er zit wel wat nieuw groen aan, doorzetten dus.
Nu heb ik twee nieuwe gekocht, twee voor vijf euro, die moeten dus beter zijn!
Maar hoe stom is een mensch soms, Appie weet hoe hij mij om de tuin moet leiden, die nieuwe dames hebben een week mooi staan wezen, hebben nu ook anorexia en dus gaan ook zij in een mandje. Heb ik dadelijk vijf anorectische roosjes die pas naar buiten kunnen als het echt goed weer is en die in het voorjaar nog geen steentje gaan bijdragen aan de bevolking van mijn achterplaatsje. Wajongroosjes, die veel bijvoeding nodig hebben en weinig opleveren.
de roosjes 3 jaar later |
Ik ben nu even werkeloos, (buiten mijn schuld, dat moet ik er wel even bij vermelden) voor de roosjes een geluk bij een ongeluk en kan mij dus wijden aan het opkweken van plantaardige meisjes met een psychiatrische aandoening. Ik zoek hulp op Google en koop voedingssupplementen, composteer speciaal voor hen en blijf zo bezig met mijn vak. Ik vrees dat deze bijscholing en stage niet geaccepteerd wordt door het Uwv, dat is dan jammer. Voor mij is het gebruiken van mijn kunde en vaardigheden en het bezig blijven met een ziekteproces tijdens deze periode van ongewenste werkeloosheid, een mentale overwinning. Ik kan niet bij de pakken neer gaan zitten, ik heb dat wel geprobeerd maar het is erg onhandig, voor mijn omgeving, voor de roosjes en zeker voor mijzelf.
Ik moet weer verder, mijn roosjes vragen om aandacht, een beetje aanspraak, een lauw bad en misschien even bij de open deur, zodat ze kunnen wennen. Ik geef het niet op, nooit eigenlijk! Zodra het mooi weer is, ik blijf optimistisch, gaan ze naar buiten en worden grote stevige meiden die prachtige bloemen maken, waar ik dan weer blij van word!
En dan stuur ik dit verhaaltje aan Appie met foto’s van “before en after”, in de hoop dat hij inziet dat bedriegerij zo zijn gevolgen heeft, ik stuur hem een rekening voor de kosten voor bijvoeding en een uurloon voor psychosociale begeleiding.
Het opkweken van anorectische roosjes is geen vrijwilligerswerk!
©Gavi Mensch,
Maastricht, 30-01-2010.
Foto update 1-7-2013
1 opmerking:
Inspirerend toespreken en - reageren op wanhopige klachten. Dat is wat ik ook doe met mijn anorexisch plantje. (Laat ze 't niet horen wat ik nu zeg...) :-)
Een reactie posten