Ik heb een nieuw kleinvriendje, tijdelijk, ik
ben een ingeleende oma in een gezin met een omagebrek.
Het
betreffende kleinvriendje dat
me nu Omajien noemt, is een schattig en bijdehand ventje van 2, Tom genaamd;
een kindje met wat wij een slechte start noemen. Ziekenhuizen, operaties en een
behoorlijke uitdaging om een kindje met een klein geboortedefect door het
eerste jaar te slepen, zorgen voor een vroegwijs mannetje dat de volgorde een
beetje kwijt is. Zoals eigenlijk alle peuters die iets langer met moeder alleen
waren, ziek zijn geweest of zich in een speciale situatie bevonden, heeft hij
een beetje last van het verschil in mijn en dijn.
En van onbekende gevoelens
waar hij nog niets mee kan. Wat zich soms uit in knijpen, meppen of bijten.
Bijten doet het meest zeer en heeft dan ook een zware consequentie, in Tom's
geval: *verwijdering uit de normale peutermaatschappij.
De
moeder is sinds kort bezig om haar werk weer op te pakken en de jongeman mag
dagdelen spelen op een kinderdagverblijf. Helaas heeft Tom een
verdedigingsmechaniek ontwikkeld en bijt letterlijk van zich af. Het
kinderdagverblijf zet Tom (natuurlijk uit angst voor de ouders en de reputatie
maar ongehinderd door kennis van zaken) de deur uit. Ook een volgend
kinderdagverblijf wijst moeder en kind de deur.
Ouders
gaan naar besprekingen met een psychologe, iedereen ( behalve de reguliere
kinderopvang) verdiept zich in de materie en uiteindelijk wordt besloten om het
kindje enkele dagdelen naar een MKD te laten gaan, een medisch
kinderdagverblijf.
Aan
mij om het ventje op te halen en hem mee naar huis te nemen tot zijn moeder,
die in de buurt werkt, hem ophaalt. Ik speel ook enkele dagen in de week met
mijn kleinkinderen en de uurtjes met Tom kunnen daar nog prima bij.
Ooit
ben ik mijn zorgcarrière begonnen als KVJV'er (nu pedagogisch medewerker met
een aantekening) in een medisch kinderdagverblijf, dus Tom roept goede
herinneringen op. Het is zo'n halve eeuw geleden dat ik daar werkte en mijn
kennis over speciale kinderen heb ik de laatste 45 jaar aardig uitgebreid,
onder andere als verpleegkundige in een kinderziekenhuis. En ik moet vaak
constateren dat pedagogische medewerkers niet altijd up-to-date zijn, niet het
verschil zien tussen de achtergrond van het ene en het andere kind. En ook de
consequenties van de medische behandeling is hocus pocus. Ik stel dan ook voor
om de M uit MKD te verwijderen totdat alle medewerkers op de hoogte zijn van
wat die M inhoudt.
Het
is leuk samenzijn met Tom. Net zoals mijn kleinkinderen is hij afwisselend
aanhankelijk en heel onafhankelijk. Ik zie weinig verschil met andere kinderen.
Soms heeft hij een stampvoetje, soms een huilbui en soms is hij even
gefrustreerd. Een uh-uh en het afleiden van kinderen in zo'n state of mind,
gevolgd door de vraag 'waarom' als ze weer gekalmeerd zijn doet wonderen.
Uitleggen kunnen ze het nog niet echt maar ze geven wel aanwijzingen en het is
aan volwassenen om daaruit het probleempje te filteren.
Mijn
kleinkinderen en Tom kunnen rekenen op 1 op 1 momenten, zowel thuis als ook bij
mij.
Ook
in het MKD gaf ik vroeger ruimte voor een 1 op 1, dat was absoluut nodig voor
de ontwikkeling en zeker voor kinderen met een opstartprobleem, een
gezondheidsprobleem of situaties die veel stress veroorzaakt hebben. Maar de
meeste MKD's hebben kinderen met grote gebreken, zowel lichamelijk als ook
geestelijk. Het was destijds geen opvangplek voor kinderen die door
ondeskundigheid van kinderdagverblijfmedewerksters niet op de reguliere opvang
terecht konden Nu lijken de bezuinigingen en de minder brede opleidingen te
zorgen voor overbevolking van MKD's met kinderen en medewerkers die daar niet
horen. Verder zijn er de bezuinigingen; die zorgen te vaak voor dubbele groepen
en/of te weinig leidsters en/of te veel stagières.
Dat gaat ook op voor alle soorten kinderdagverblijven. |
Afgelopen
week toen ik Tom ging ophalen vroeg ik iets over buitenspelen. Het was geen
mooi weer maar het leek me niet prettig om de hele dag in een klein
groepslokaaltje te moeten zitten. Om over de slaapplekjes maar niet te praten.
Het konijn op de kinderboerderij heeft meer ruimte.
Er werd heel fel op
gereageerd door een jongere leidster. Die heb ik snel uitgelegd dat het nog
geen aanmerking was maar een vraag en dat daar een wezenlijk verschil tussen
is. Hoe dan ook kreeg ik te horen dat al die jasjes en mutsjes en sjaaltjes en
snotneuzen zoveel tijd in beslag namen dat het de moeite niet waard was. Ik gaf
aan dat die tijd ook besteed werd aan de kindjes, met een brede lach, maar de
jonge dame liep weg waarop een oudere leidster haar vragend nakeek. We
wisselden een knipoog uit, Iedereen heeft zijn dag wel eens niet, dacht ik.
Maar
toen ik van de week mijn vriendje ging halen zat hij aan tafel in een
triptrapstoel waar hij niet zelf uit kon (deed me denken aan de vastgezette
ouderen in een geriatrische instelling waar ik als wijkverpleegkundige kwam).
Hij was heel enthousiast dat ik hem kwam halen en zwaaide vrolijk met zijn
armen. Toen trok hij een educatief spelletje dat op tafel stond naar zich toe
om het me te laten zien.
Ik
schrok van de reactie van de leidster. Met een nare harde stem zei ze:
"Tom niet doen, mag niet" terwijl ze het ding uit zijn handjes trok
en verder weg op tafel zette. En aangezien ik oud ben en mijn mond niet meer
hoef te houden, keek ik de leidster in de ogen en zei met een, voor haar niet
te peilen, glimlach dat dát een veel te felle en niet educatieve actie was.
Ik
haalde Tom uit zijn stoel en keurde haar geen blik waardig. In het benauwde
slaaphok annex garderobe annex bergruimte pakten we zijn rugzakje en zijn jas.
De jas legde ik demonstratief midden in ruimte op de grond en liet Tom op zijn
manier, keurig zelf zijn jas aantrekken. "Goed van hem hè", zei ik
tegen de bozige leidster. Ze zei niets.
Mijn
opmerking over ondeskundigheid en een gebrek aan communicatiemogelijkheden van
sommige medewerkers werd hierbij bewezen.
Er
is een gouden regel: als je wilt praten met een kind, het iets verbieden of
corrigeren, zorg dan altijd dat het kind je ogen ziet en dat hij aandacht heeft
voor wat je zegt.
En
als je een fout maakt, zeg je sorry.
Maar
behalve dat heeft deze leidster nog veel meer te leren. Namelijk dat ze een
voorbeeld is voor kinderen en ouders en dat begreep deze jongedame echt niet.
Het
is niet zo maar een vak! Een leidster moet veiligheid bieden, rechtvaardig zijn
en liefdevol. Ze moet kinderen verder helpen. Deze leidster lijkt mij
persoonlijk totaal ongeschikt. Het is te hopen dat het medisch kinderdagverblijf aan
bijscholing doet. Anders moeten we het daar maar eens over hebben.
Hoe
dan ook, ik ga er persoonlijk voor zorgen dat Tom binnen de korst mogelijke
keren terug kan naar een gewoon kinderdagverblijf. Een dat ik persoonlijk kan
aanbevelen. Waar de communicatie met de ouders verloopt via What'sapp, waar
live-momentjes doorgegeven worden, waar geen berispende overlegjes met ouders
plaatsvinden. Waar een kind gewoon een kind kan zijn. En waar bijten en slaan en knijpen een onderdeel zijn van het groter worden en geen criminele activiteit.
MKD's
moeten gerenoveerd worden. De methodes op sommigen zijn hopeloos ouderwets weet
ik van een neuropsycholoog die er ooit een periode meeliep.
Wie
is zich er nog van bewust dat de opvang van jonge kinderen een uitermate
verantwoordelijke bezigheid is? Kinderen worden niet gestald en medewerkers
plakken geen stallingsbewijs op het voorhoofd van het kind. Dat geldt voor
peuterspeelzalen en kinderdagverblijven, voor BSO's en helemaal voor MKD's.
En
tot besluit, mijn beide kinderen hebben op kinderdagverblijven en BSO's
gezeten. Daar hebben ze behalve een multiculturele sociale omgeving genoten van
volwassenen die er waren voor hen. Ook daar ging wel eens iets fout. Door mijn
schuld of door het botsen van opvoedingsmethodes of onredelijkheden. Daar werd
over gepraat, daar werd van geleerd, ook door mij, en meestal niet waar de
kinderen bij waren. Mijn kinderen hebben er zaken geleerd die ze thuis niet
leerden. Ze begrepen dat ze niet mee konden naar mijn werk en dat werk behalve
plezier ook geld op leverde.
Ik
vind dat heel veel opleidingen op de schop moeten. Dat een opleiding voor
pedagogisch medewerker op minimaal havo en daarna mbo niveau moet. Dat er voor
medewerkers op een MKD nog strengere eisen zijn. Dat elke stap die ze doen voor
het welzijn van het kind moet zijn. Dat ze medische en psychologische
achtergronden moeten kunnen begrijpen maar ook hanteren. Dat er
begeleidingsplannen gemaakt moeten worden samen met de ouders of voogden en dat
die toetsbaar moeten zijn.
Het
verhaal van Tom is nog niet afgelopen natuurlijk. En het is geen op zichzelf
staande situatie. Bezuinigingen hebben overal tot onveiligheid geleid.
Bezuinigingen
op de toekomst van onze jeugd is bezuinigen op de toekomst van iedereen.
©Gavi
Mensch
Nederland BV, 29-1-2017
NB
*verwijdering uit de normale peutermaatschappij lijkt me een ernstige
zaak, soms veel ernstiger dan de reden waarom.
Ik ben hier dan ook nog niet mee klaar en ga op
zoek naar de regels van kinderdagverblijven en hun mogelijkheid om een kind te
weigeren ( lees marginaliseren) en hun verplichting om kinderen en ouders bij
te staan als er kleine moeilijkheden zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten