Joodse scholen en synagogen zijn
zwaar beveiligde bunkers. Het geweld van moslims tegen Joden is geen
toeval, aldus David Suurland promovendus Universiteit Leiden in de NRC
In maart 2012 drong de 23-jarige
Mohammed Merah gewapend met een geweer en een zorgvuldig gekweekte haat voor
Joden in het Franse Toulouse een Joodse basisschool binnen. Daar schoot hij een
rabbijn en drie kinderen dood. De zevenjarige Myriam Monsonego tilde hij aan
het haar omhoog, waarna hij een geweer op haar slaap zette en haar door het
hoofd schoot.
Als deze Jodenjacht, want iets
anders was het niet, al geen teken aan de wand was, waren de reacties dat wel.
Meteen nadat de identiteit van Merah bekend was geworden, werd op Facebook een
groep opgericht waar mensen hun steun konden betuigen – aan de dader
welteverstaan, niet aan de slachtoffers.
Binnen enkele uren hadden
tweeduizend Franse moslims hun steun aan broeder Merah betuigd. Alleen omdat de
Franse autoriteiten Facebook dwongen deze groep te sluiten, werden dat er niet
veel meer. Buurtgenoten feliciteerden de moeder van Merah met de heldendaad van
haar zoon en als postume steunbetuiging aan Merah schoot in de eerste tien
dagen na de aanslag in heel Frankrijk het aantal antisemitische incidenten met
40 procent omhoog. De Joodse school werd bedolven onder telefoontjes en
mailtjes waarin werd gedreigd het werk van Merah af te maken.
Aanslagen zoals in Toulouse,
Brussel of de bestorming van twee synagoges in Parijs staan niet op zichzelf.
Ze zijn het logisch gevolg van een breed gedragen en diep in de islamitische
gemeenschap verankerde Jodenhaat. In bijna alle grote Europese steden met een
aanzienlijke islamitische populatie hebben Joden te kampen met structurele
intimidaties, bedreigingen en geweldpleging vanuit voornamelijk islamitische
hoek. Waar komt die haat vandaan?
Vele moslims haten volgens eigen
zeggen Joden niet; ze reageren slechts op het onrecht dat de Palestijnen wordt
aangedaan. Dit excuus van morele verontwaardiging is volstrekt ongeloofwaardig.
Waar waren zij toen andere moslims onrecht werd aangedaan? De moordpartijen van
Saddam Hoessein, ISIS of al-Qaeda in Irak, de 170.000 doden en miljoenen
vluchtelingen in Syrië; de Arabische afslachting van 200.000 zwarte moslims in
Darfur hebben niet één noemenswaardige demonstratie op het Spuiplein weten te
veroorzaken. Honderd dode Palestijnen daarentegen zijn een met de Holocaust te
vergelijken ‘genocide’ die het rechtvaardigheidsgevoel van de islamitische ziel
tot op het bot weet te krenken. Althans, zo wil men doen geloven.
Daarbij zou het gaan om een
‘strijd tegen het zionisme’. Maar dat is een oude en weinig zeggende
semantische truc. Net zoals de nazi’s met de term ‘communisten’ vooral Joden op
het oog hadden, en de communisten met de term ‘kapitalisten’ het ook over Joden
hadden, zo hebben vele moslims het met de term ‘zionisten’ ook over Joden. Er
wordt een uitzondering gemaakt voor de Naturei Karta, een obscure Joodse sekte
die het bestaansrecht van Israël ontkent, maar verder zijn alle Joden die het
bestaansrecht van Israël erkennen zionisten.
Dat blijkt ook uit de
kwalificaties die zionisten worden toebedeeld; deze zijn gelijk aan de wijze
waarop eerdere antisemieten het over Joden hadden. Tijdens de demonstratie in
Den Haag werden alle anti-Joodse vooroordelen van eerdere antisemieten een voor
een op de ‘zionisten’ van toepassing verklaard: ‘zionisten’ controleren de
media, wereldleiders buigen voor de macht van de ‘zionisten’ en ‘zionisten’
willen slechts één ding: de totale oorlog aan iedereen die tegen hen is.
Zo worden onder het mom van
mensenrechten eeuwenoude complottheorieën over Joden witgewassen en door een
enthousiaste menigte met strijdkreten ontvangen – en de politie kijkt toe. Waar
komt die fixatie op de Joden eigenlijk vandaan?
In de islamitische denkwereld
gaat het voor de Joden fout op het moment dat zij Mohammed niet erkennen als
profeet. Vanaf dat moment beschrijven de canonieke bronnen van de islam de
Joden vrijwel uitsluitend in negatieve termen. Zij zijn het die voor eigen
gewin bewust het woord van Allah hebben vervalst, de waarheid verhullen, hun
profeten vermoorden.
Ook in de theologische
verhandelingen van de islamitische middeleeuwen en moderne tijd loopt een rode
draad: de Jood is de vanzelfsprekende vijand van Allah en de islam. De
vergelijking met het christelijk antisemitisme is evident. En daar waar 2000
jaar christelijk antisemitische theologie het maatschappelijk draagvlak voor de
Holocaust creëerde, zou het naïef zijn te veronderstellen dat 1400 jaar
islamitisch antisemitisme zonder gevolgen zou zijn. Dat is het dan ook niet.
In een grootschalig onderzoek
van het gezaghebbende PEW instituut uit 2010 werd aan moslims van Egypte tot
aan Indonesië gevraagd hoe zij dachten over Joden. Let wel het gaat hier om
Joden, niet om Israëliërs. Minimaal 95 procent van de bevolking van Egypte,
Libanon en Jordanië gaf aan zeer negatief over Joden te denken. In Turkije,
Pakistan en Indonesië was dit minimaal 73 procent. Saillant detail, de enige
moslims die overwegend positief over Joden dachten (54 procent positief) waren
de moslims in Israël.
Voor wie het medialandschap en
onderwijssysteem in deze landen kent, zijn deze uitslagen geen verrassing.
Sinds jaar en dag wentelen zowel de staat als de moskee, beide om eigen
redenen, de problemen van alledag af op de aloude vijand: de Joden. Het
analfabetisme, de corruptie en de armoede waar deze landen mee kampen, zijn in
het intens tribale en racistische wereldbeeld van deze samenlevingen niet het
gevolg van de eigen incompetentie, maar van een Joods wereldcomplot tegen de
moslims.
Dat dit denken in termen van
internationale complotten en absolute vijandsbeelden naadloos aansluit bij het
antisemitisme van nationaal-socialistische aard is dan ook geen toeval. August
Rohling’s proto-antisemitische Der Talmudjude, de Protocollen van de Wijzen van
Zion en Hitler’s Mein Kampf staan in de islamitische wereld steevast in de top
van de bestsellerlijst.
Daar waar Holocaustontkenners
zoals David Irving of Robert Faurisson in eigen land tot de criminele onderlaag
van de maatschappij worden gerekend, worden zij in de islamitische wereld als
helden verwelkomd, krijgen ze presidentiële onderscheidingen, zendtijd en
royale subsidies om hun ‘academisch onderzoek’ voort te kunnen zetten. Ook de
Franse antisemiet Dieudonné, die het antisemitisme onder zowel links als
islamitisch publiek wist te mobiliseren, kreeg geld van Iran om zijn ‘strijd
tegen de zionisten’ voort te zetten.
Het simpele feit is dat de
nazi’s jaloers zouden zijn op de wijze waarop zowel de staat als de moskee
meerdere generaties van de bevolking met de meest virulente Jodenhaat hebben
weten te indoctrineren.
Het kon dan ook niet uitblijven:
met de massale immigratie heeft de islamitische Jodenhaat voet aan wal in
Europa gezet. Met veel moeite en tegenwerking onttrekt de wetenschap zich aan
een repressief politiek correct denken dat moslims alleen maar slachtoffers van
racisme zouden zijn - en geen daders.
De eerste voorzichtige stappen
in het onderzoek naar de omvang van islamitische Jodenhaat in Europa schetsen
een inktzwart beeld: gemiddeld houdt ruim 40 procent van de moslims er
uitdrukkelijk antisemitische overtuigingen op na. Daarbij gaat het expliciet
niet om anti-Israëlische maar om anti-Joodse meningen.
Het moet nadrukkelijk worden
gesteld: men kan zonder enig probleem kritisch zijn op Israël zonder een
antisemiet te zijn. Zo wordt in het uiterst Israël kritische Zweden slechts 5
procent van de niet-moslims als antisemiet aangemerkt, onder moslims is dat 39
procent. In Nederland is het 40 procent van de moslims tegen 9 procent van de
niet-islamitische bevolking.
Onderzoek door drie Belgische
universiteiten toont aan dat Jodenhaat onder Belgische islamitische studenten
zeven keer zo hoog was als die onder niet-moslims; bijna de helft van alle
ondervraagde islamitische studenten hield er klassiek antisemitische
denkbeelden op na. En ook hier haastten velen zich om deze bevindingen
exclusief te wijten aan islamitische frustraties over het Israëlisch-Palestijns
conflict.
Echter, professor Elchardus die
het Belgisch onderzoek leidde, benadrukte dat deze Jodenhaat niet wordt
veroorzaakt door het Israëlisch-Palestijns conflict, de sociaal-economische
achterstand of het opleidingsniveau, maar dat „het antisemitisme bij die
moslimleerlingen theologisch is geïnspireerd. Er is een rechtstreeks verband
tussen moslim zijn en antisemitische gevoelens koesteren”.
Een recent Duits onderzoek door
onderzoeksbureau Wissenschaftszentrum Berlin für Sozialforschung (WZB) onder
moslims in zes Europese landen bevestigde dit beeld: 45 procent van de moslims
was het eens met de antisemitische stelling dat Joden categoriaal niet konden
worden vertrouwd, en ook hier werd als hoofdoorzaak de religie aangewezen. Dat
wil niet zeggen dat 40 procent van de moslims de Joden het liefst de gaskamer
in zou sturen, maar dat wilden de meeste Duitsers in 1933 ook niet. De sharia
zou dat overigens, het moet gezegd, ook niet toelaten.
Toch leidt de acceptatie van een
bepaald vijandbeeld tot steeds grotere excessen. Een op de vijf
geschiedenisdocenten in de vier grote steden heeft, zeventig jaarna Auschwitz,
weleens de Holocaust niet of nauwelijks ter sprake kunnen brengen, omdat vooral
islamitische leerlingen er moeite mee hebben. Met de gevechten tussen Hamas en
Israël is het hek van de dam op de sociale media. Daar heeft Jodenhaat nu de
vrije loop. Moslims die met voor- en achternaam, opleiding, werkgever en al
oproepen tot het vergassen van Joden of Hitler verwijten zijn werk niet te
hebben afgemaakt, zijn daar normaal geworden. Dat gebrek aan schaamte zegt veel
over de mate van sociale acceptatie van dit soort gedrag. Daar waar dit soort
gedachten en gedragingen gemeengoed zijn, volgen de intimidaties, bedreigingen
en uiteindelijk fysiek geweld vanzelf.
Inmiddels, en dat is een tweede
probleem, moet een hele generatie aan islamwetenschappers, cultureel
antropologen, mensenrechtenorganisaties en politici door hun banden met moslims
en de islamitische wereld weten hoe zeer het antisemitisme daar speelde en
speelt. Maar zij hebben bewust hun mond gehouden of, nog erger, het probleem
vergoelijkt. Natuurlijk, je wilt je politieke achterban niet van je vervreemden,
je wilt die door een Golfstaat betaalde beurs voor je academisch onderzoek niet
verliezen en als je politieke focus op het bestrijden van Israël of het
kwaadaardige Westen ligt, dan is de islamitische wereld een wel heel gulle
medestander.
Heel wat carrières zijn gebouwd
op het negeren, verzwijgen en bedekken van de beerput die nu langzaam opengaat.
Dat je daarbij je mond houdt uit opportunisme of angst is één ding. Maar dat je
de mensen die wél de morele ruggengraat hebben om dit probleem aan te kaarten
actief tegenwerkt, van racisme beschuldigt en daarmee zelfs in gevaar brengt,
getuigt van een stuitend moreel failliet.
Hoe vaak zijn Bolkestein,
Fortuyn, Jansen, Ellian, Hirsi Ali, Van Gogh of Wilders niet beticht van het
aanzetten tot racisme? Als het gaat om Jodenhaat onder moslims hadden zij
gewoon gelijk. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de eveneens
endemische homohaat, intolerantie voor andersdenkenden of afvalligen.
Natuurlijk hebben moslims in
Europa ook te maken met racisme. Maar daar waar een moslim zonder enige angst
door een Joodse wijk kan lopen, zal een verstandige jood met een keppeltje dat
niet proberen in een islamitische wijk in Lyon, Antwerpen, Malmö of Berlijn.
Terwijl er in heel Europa nergens moslims bij de moskee worden belaagd door
opgeschoten joodse jongeren, moeten synagogebezoekers in Parijs er rekening mee
houden dat ze door islamitische jonge mannen worden uitgescholden, in elkaar
geslagen, neergestoken of beschoten. Geen enkele islamitische school moet
beveiliging regelen omdat Joden dreigen de kinderen te vermoorden. Joodse
scholen daarentegen zijn verworden tot zwaar beveiligde bunkers.
Dat is de realiteit. Je hebt
geen Toulouse of Brussel nodig om te beseffen dat intimidatie, racisme en
geweld van moslims tegen Joden een dagelijks fenomeen is dat niet voorkomt uit
toeval.
Geplaatst met persoonlijke toestemming van David Suurland
De religieuze beterweter en natuurlijk tegenpiet:
De politicoloog die aandacht zoekt voor zijn aankomend proefschrift:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten