.
Heb ik weer....bemoeizuster die ik ben.
Een ontzettend slecht verzorgd uitziende man zit aan een
tafeltje achter mij vreselijk te hoesten. Ik schat hem op een jaar of 75 maar
zeker weten doe ik het niet.
Ik vraag hem om een stukje van de krant waarvan hij de
puzzel invult. Hij is dus wel bij de tijd. Ik kan een bladzijde krijgen. Ik
blijf even staan en krijg dan nog een stukje. Ik bedank vriendelijk en ga weer
zitten. De vreselijke hoestbuien houden aan.
Het ongeknipte haar valt over zijn
gezicht.
Hij heeft de krant uit en gaat ergens anders zitten. Ik sta
op om de krant te pakken en zeg tegen hem dat hij mij wel bemoeizuchtig zal
vinden. Hij kijkt verstoord. Ik twijfel maar vervolg dan toch: " Ik ben
verpleegkundige en ik hoor dat u en hele nare hoest heeft. Misschien moet u
even langs de huisarts." Woedend kijkt hij mij aan.
Ik krijg een kleur van
schaamte en van schrik. Waar bemoei ik me ook mee?
Dan snauwt de man: "Naar de dokter…..naar de dokter?
Wat
een geouwehoer. Ik ben vanmorgen ontslagen uit het ziekenhuis na een lever- en
niertransplantatie." De baas van de lunchroom knikt beamend.
En de
revalidant gaat verder: "Dom, slap geouwehoer.... stomme bemoeizuchtige
wijven...donder op mens!"
Ik schiet bijna in de lach maar kan nog net een pokerface
opzetten.
De lachreflex is van de schrik van het nare antwoord en ook
wel van de assertiviteit van de oude man. Ik wacht rustig op mijn koffie maar
de man heeft een zondebok gevonden voor zijn ellende.
"Daar waren het ook al van die ouwehoeren, lullen de
hele dag over niets. Zetten je na de operatie op een stoel. Zorgzaamheid?
Noppes. Waardeloos. Als je alles zelf moet doen kun je die verpleegsters net zo
goed ontslaan."
Ik mompel iets over verpleegkundigen in plaats van
verpleegsters en vraag hoe hij zo snel weer op de been gekomen is. "Niet
dank zij jouw soort", snuift hij.
Ik heb mijn koffie en voordat ik weer naar mijn tafeltje
loop zeg ik dat hij de volgende keer ook maar moet vragen om een transplantatie
van zijn humeur of van zijn hele karakter.
Ik hoor niets meer. Ik zie de buurtjes grinniken. De baas
kijkt neutraal, hij zal het wel ongepast vinden. Maar hij controleert dan ook
nog elke dag zijn volwassen zoon om te zien of die de lunchroom wel goed
bestiert. Ook al zo'n mannetjesputter.
Enfin, ik kom nog wel achter de levensloop van de hoester.
Iedereen kent iedereen in die buurt. Ik vermoed dat de man boos is omdat hij
niet vertroeteld is. Ik vermoed ook dat hij geen vrouw heeft en er misschien ook nooit een heeft
gehad.
Ik moest ook even slikken bij de gedachte aan zo'n mooie
goedwerkende lever en zo'n prachtige nier in het lijf van zo'n vervelende man.
En aan de donor.
Maar goed, daar ga ik gelukkig niet over.
Als verpleegkundige heb ik wel wat excuses voor de man, als mensch nog niet zo veel.
Volgende week weet ik meer. Wordt vervolgd
©Gavi Mensch
Nederland BV. 1-2-2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten