Minister van Opstelten (Ópstelten of Opstélten?) gaat blowende jongeren aan de schandpaal nagelen, zo doen ze dat binnen de Reformatorische Broederschap!
illustratie Fabiënne de Lange
Mag ik Ivo een rondleiding geven over de Detox van een verslavingskliniek?
Alcohol, meneer Ivo maakt meer kapot dan je lief is….en wat dacht u van GHB-verslaafden, cokesnuivers en spuiters en pillenslikkers? Eet en niet eetverslaafden, twittergekken en continue-gamers en niet te vergeten de seksverslaafden en outgeburnde workaholics?
Godsdienst waanzinnigen en reli-fanaten…. ?
Dubbel diagnoses, meneer Ópstélten, sommige verslavingen hebben een oorzaak, sommigen ontstaan uit verveling en sommigen ontstaan simpelweg omdat pubers nergens zo gek op zijn als op een verbod!
Allemaal aan de schandpaal, allemaal eigen schuld dikke bult, wrijf het er ook maar publiekelijk in bij ouders en nooit meer een tweede kans geven die mensen! Zo krijgen we ook meer variatie in schoolkeuze: witte, zwarte, christelijke en islamitische, pillenslikker- en blowscholen. Dat maakt het een stuk eenvoudiger. Bij de geboorte al een etiketje meegeven dat grut en zo kun je de loopbaan sturen.
Niet langer studeren dan 4 jaar en nog wat maanden. Niet zoals Mark (8 jaar) of Maxime (11 jaar), dat is wel erg lang en zeker als je nooit blowt! Hebben zij pillen geslikt? Vast niet! Gedronken, ook niet!
Worden alle kindertjes dan zo als de perfecte VVD ministers? Ja? Gelukkig, wat een opluchting, dat zal een boel sores schelen. Die zijn materialistisch, rijkere mensen kunnen weten dat je geen voorgedraaide joint koopt maar liever investeert in een wietplantage!
Voordat u de borden met namen ophangt naast de deur van de school (beetje á la Luther), doet u dan eerst onderzoek naar het blow, slik en drankverleden (en heden) van alle Kamerleden, Eerste en Tweede, van het Kabinet en de ambtelijke aanhang. Handig hulpje ook bij het pvv-kamerleden-achtergronden-onderzoek, kortom twee vliegen in één klap. Goed voorbeeld doet vast goed volgen.
Met een beetje geluk komt Wikileaks u te hulp, die hebben heel veel achtergrond info, over alles en iedereen. Ik zet mijn emmertje wel onder die kraan, ik kan er niet op gaan staan wachten. Voordat alle corrupte en geheim gehouden narigheden van regeringen zijn uitgespit………..
Maar het is wel belangrijk natuurlijk dat we weten wie er geblowd heeft! Dan verzieken we van die mensen (en van hun ouders en kinderen) vast de loopbaan bij voorbaat en krijgen we eindelijk wat rust in de wereld.
Pfffff!
©Gavi Mensch
Nederland BV, 29-11-2010
http://www.trouw.nl/nieuws/nederland/article3316988.ece/Opstelten_akkoord_met_drugskind_aan_schandpaal.html
Ik wil geen televaag-artikelen op mijn blog promoten, uit Trouw dus!
.
Berichten van alledag, voornamelijk over de gezondheidszorg, politiek, gastcolumns en niet literaire rariteiten uit eigen en andermensch's brein
maandag 29 november 2010
zaterdag 27 november 2010
Úw Werkeloosheids Verdriet
.
"Goedemorgen, ik heb een afspraak met meneer H, ik ben Gavi Mensch, dit is mijn burgerservicenummer en dat mijn geboortedatum, kunt u zeggen dat ik er ben?" Ik houd hem de brief van het ÚWV voor.
"Mag ik uw burgerservicenummer en uw geboortedatum?" vraagt de receptionist.
Ik kijk hem vrolijk aan en zeg niets, ik houd het papier met de afspraak en de gevraagde informatie nog steeds voor zijn neus. Ik ben voorbereid!
Dan kijkt hij op het papier en kijkt in het afspraken boek.
"U heeft geen afspraak met meneer H". Ik kijk hem nog steeds vrolijk aan, daar heb ik uren op geoefend. En ik zeg nog steeds niets. Hij kijkt verbaasd naar mij en dan weer naar de brief met de afspraak.
"Er is iets veranderd", zegt hij en pakt de telefoon, belt en geeft mijn naam door aan degene aan de andere kant en legt weer neer.
"U wordt opgehaald", mompelt hij.
"Door wie?" vraag ik vriendelijk.
"Door mevrouw W., meneer H werkt even niet, die is in de ziektewet"
Ik knik, het zal me een zorg zijn, de een of de ander.
Vijftien minuten later staat er een lange blonde zuurkijkende dame voor mijn neus.
"Gavi?" snauwt ze, "Kom maar vlug mee, je bent op mijn lijst gezet en ik heb weinig tijd"
"Mevrouw Mensch", stel ik mij voor terwijl ik glimlachend mijn hand uitsteek. "En u bent?" Ze negeert mijn hand en mompelt haar naam.
In de open kantoorruimte aangekomen gaat ze zitten en opent mijn dunne dossier en zegt met luide stem: "Alweer werkeloos?" Dan gooit ze haar riedel eruit, half in dialect, half in slecht Nederlands en zegt en vraagt onzin en luistert niet en na 4,35 minuten zegt ze: Je moet 2 keer per week solliciteren, alles aanpakken en niet te selectief zijn, er zijn genoeg verzorgenden nodig!"
Ik ga rechtop mijn stoel zitten en leun iets voorover en zeg:"Ik zou het op prijsstellen als u mij niet met je aanspreekt, ik vind dat een gebrek aan respect. Ten tweede, heb ik al voor 4 weken sollicitaties gedaan, zonder zelfs maar antwoord te hebben gekregen. Ten derde wordt ik gediscrimineerd op leeftijd, ik werk al 42 jaar, dat is duidelijk te lang, heeft u enig idee wat ik daar aan kan doen? En ten vierde ik ben geen verzorgende, maar verpleegkundige en daar is weinig werk voor hier. Te duur? Maar is er wel een heftig tekort aan verpleegkundigen. Ik ben dus buiten de stad aan het solliciteren".
Als blikken konden doden was ik er nu niet meer geweest.
Ze slaat het dossier dicht en snauwt: "Ik kan úúú dwingen om als verzorgende te gaan werken en anders krijgt úúú geen uitkering!"
"Helaas kan ik het verzorgende werk niet aan, dat is te zwaar en bovendien heb ik 3 maanden recht op WW, dat is niet aan u om te bepalen. Maar daar kwam ik toch ook niet voor, u bent ervoor om voor mij te kijken of er nog andere mogelijkheden zijn om mij aan het werk te helpen", zeg ik. Ik glimlach nog steeds en beloof mijzelf een heerlijke cappuccino als premie daarvoor.
"Dat moet een arts maar uitmaken of úúú daar niet toe in staat bent", sneert ze, "en ik volg de verdere zaken wel op úúúw werkmap". Ze pakt haar mapjes op en negeert wederom mijn hand die ik ten afscheid en nog steeds glimlachend toesteek.
Na twee maanden kwam haar eerste berichtje op mijn werkmap, nadat ik al vele sollicitaties had doorgegeven en vragen had gesteld. Het berichtje luidde dat ik nog maar een paar weken uitkering zou hebben en dat zij wel bepaalde wat goed voor mij was en dus verwachtte dat er sollicitaties voor verzorging tussen zouden zitten.
Enkele weken geleden kreeg ik een enquête van het ÚWV op mijn werkmap, over klantvriendelijkheid en niet anoniem. Die heb ik uitgebreid met naam en toenaam én grinnikend ingevuld.
Op de dag voor het einde van mijn uitkering heb ik nog een tweede en laatste afspraak met haar gekregen. De logica ervan ontgaat me volledig, maar ik ga die afspraak prettig en langdurig benutten.
Van een gemeentefunctionaris hoorde ik later dat ze bij het ÚWV geen moeite doen voor ouderen en al helemaal niet voor die drie maanden, dat het daarna hun 'pakkie an' niet meer is en dat ze zelf vaak deze baan hebben omdat ze werkloos zijn geworden en zo bij het werkbedrijf, min of meer verplicht, de baan aangenomen hebben. Het zieken van andere werkelozen is sommige van hen niet vreemd. De goeden daargelaten.
Slordige besteding van belastinggeld dus, het nutteloos aan het werk houden van een boel mensen die beter voor een prikkie als verzorgenden hadden kunnen gaan werken, maar dan niet met die mensonvriendelijke attitude!
Úw Werkeloosheid Verdriet!
©Gavi Mensch
Nederland BV, 27-11-2010.
Nothing changed:
http://www.flexmarkt.nl/nieuws/kamer-wil-meer-grip-op-uwv-bij-hulp-werklozen-3293.html
Nog steeds actueel en toch achterhaald:
http://www.nursing.nl/home/nieuw/1398/tekort-aan-verpleegkundigen-verwacht
UPDATE: 12-6-2015
http://www.metronieuws.nl/binnenland/2015/06/werklozen-opgeleid-tot-helderzienden-via-uwv
"Goedemorgen, ik heb een afspraak met meneer H, ik ben Gavi Mensch, dit is mijn burgerservicenummer en dat mijn geboortedatum, kunt u zeggen dat ik er ben?" Ik houd hem de brief van het ÚWV voor.
"Mag ik uw burgerservicenummer en uw geboortedatum?" vraagt de receptionist.
Ik kijk hem vrolijk aan en zeg niets, ik houd het papier met de afspraak en de gevraagde informatie nog steeds voor zijn neus. Ik ben voorbereid!
Dan kijkt hij op het papier en kijkt in het afspraken boek.
"U heeft geen afspraak met meneer H". Ik kijk hem nog steeds vrolijk aan, daar heb ik uren op geoefend. En ik zeg nog steeds niets. Hij kijkt verbaasd naar mij en dan weer naar de brief met de afspraak.
"Er is iets veranderd", zegt hij en pakt de telefoon, belt en geeft mijn naam door aan degene aan de andere kant en legt weer neer.
"U wordt opgehaald", mompelt hij.
"Door wie?" vraag ik vriendelijk.
"Door mevrouw W., meneer H werkt even niet, die is in de ziektewet"
Ik knik, het zal me een zorg zijn, de een of de ander.
Vijftien minuten later staat er een lange blonde zuurkijkende dame voor mijn neus.
"Gavi?" snauwt ze, "Kom maar vlug mee, je bent op mijn lijst gezet en ik heb weinig tijd"
"Mevrouw Mensch", stel ik mij voor terwijl ik glimlachend mijn hand uitsteek. "En u bent?" Ze negeert mijn hand en mompelt haar naam.
In de open kantoorruimte aangekomen gaat ze zitten en opent mijn dunne dossier en zegt met luide stem: "Alweer werkeloos?" Dan gooit ze haar riedel eruit, half in dialect, half in slecht Nederlands en zegt en vraagt onzin en luistert niet en na 4,35 minuten zegt ze: Je moet 2 keer per week solliciteren, alles aanpakken en niet te selectief zijn, er zijn genoeg verzorgenden nodig!"
Ik ga rechtop mijn stoel zitten en leun iets voorover en zeg:"Ik zou het op prijsstellen als u mij niet met je aanspreekt, ik vind dat een gebrek aan respect. Ten tweede, heb ik al voor 4 weken sollicitaties gedaan, zonder zelfs maar antwoord te hebben gekregen. Ten derde wordt ik gediscrimineerd op leeftijd, ik werk al 42 jaar, dat is duidelijk te lang, heeft u enig idee wat ik daar aan kan doen? En ten vierde ik ben geen verzorgende, maar verpleegkundige en daar is weinig werk voor hier. Te duur? Maar is er wel een heftig tekort aan verpleegkundigen. Ik ben dus buiten de stad aan het solliciteren".
Als blikken konden doden was ik er nu niet meer geweest.
Ze slaat het dossier dicht en snauwt: "Ik kan úúú dwingen om als verzorgende te gaan werken en anders krijgt úúú geen uitkering!"
"Helaas kan ik het verzorgende werk niet aan, dat is te zwaar en bovendien heb ik 3 maanden recht op WW, dat is niet aan u om te bepalen. Maar daar kwam ik toch ook niet voor, u bent ervoor om voor mij te kijken of er nog andere mogelijkheden zijn om mij aan het werk te helpen", zeg ik. Ik glimlach nog steeds en beloof mijzelf een heerlijke cappuccino als premie daarvoor.
"Dat moet een arts maar uitmaken of úúú daar niet toe in staat bent", sneert ze, "en ik volg de verdere zaken wel op úúúw werkmap". Ze pakt haar mapjes op en negeert wederom mijn hand die ik ten afscheid en nog steeds glimlachend toesteek.
Na twee maanden kwam haar eerste berichtje op mijn werkmap, nadat ik al vele sollicitaties had doorgegeven en vragen had gesteld. Het berichtje luidde dat ik nog maar een paar weken uitkering zou hebben en dat zij wel bepaalde wat goed voor mij was en dus verwachtte dat er sollicitaties voor verzorging tussen zouden zitten.
Enkele weken geleden kreeg ik een enquête van het ÚWV op mijn werkmap, over klantvriendelijkheid en niet anoniem. Die heb ik uitgebreid met naam en toenaam én grinnikend ingevuld.
Op de dag voor het einde van mijn uitkering heb ik nog een tweede en laatste afspraak met haar gekregen. De logica ervan ontgaat me volledig, maar ik ga die afspraak prettig en langdurig benutten.
Van een gemeentefunctionaris hoorde ik later dat ze bij het ÚWV geen moeite doen voor ouderen en al helemaal niet voor die drie maanden, dat het daarna hun 'pakkie an' niet meer is en dat ze zelf vaak deze baan hebben omdat ze werkloos zijn geworden en zo bij het werkbedrijf, min of meer verplicht, de baan aangenomen hebben. Het zieken van andere werkelozen is sommige van hen niet vreemd. De goeden daargelaten.
Slordige besteding van belastinggeld dus, het nutteloos aan het werk houden van een boel mensen die beter voor een prikkie als verzorgenden hadden kunnen gaan werken, maar dan niet met die mensonvriendelijke attitude!
Úw Werkeloosheid Verdriet!
©Gavi Mensch
Nederland BV, 27-11-2010.
Nothing changed:
http://www.flexmarkt.nl/nieuws/kamer-wil-meer-grip-op-uwv-bij-hulp-werklozen-3293.html
Nog steeds actueel en toch achterhaald:
http://www.nursing.nl/home/nieuw/1398/tekort-aan-verpleegkundigen-verwacht
UPDATE: 12-6-2015
http://www.metronieuws.nl/binnenland/2015/06/werklozen-opgeleid-tot-helderzienden-via-uwv
vrijdag 26 november 2010
Gastcolumn Chawwa Wijnberg: Geniet of ik schiet!
.
Mensen spreken in reclameslogans. Ze zeggen: `Geniet.´ Gebiedende wijs. Eigenaardig. Waarom moeten we zo genieten? Bij de foto’s van de kleinzoons: `Geniet nu!’ En dan dreigend: `Want later is ie groot.’ Is de pret dan over? Heeft dat met later als ik groot ben te maken? En valt dat tegen? Of komt dan de gelukspolitie? Mevrouw, u heeft niet genoten, u krijgt een boete van het huidige kabinet. Want cultuur hoeft niet, maar genieten potdomme zúllen we?
Willen we niet meer lijden? Of mógen we niet meer lijden?
Bij rampen geven we feesten. Vrolijke feesten met dans en gezang, korte stukjes met ach zielig, en dan een prijslijst van wat we opgehaald hebben. Allemaal hossers en kunstemakers en maar lol maken om geld op te halen. Tralala boemdiee. En helpt dat? Nee. Dat wil zeggen, mij lijkt het niet. We halen miljarden schuldgevoelgeld op en nog krijgen de slachtoffers cholera en andere leuke ziektes, terwijl ze al geen huis en geen riolering hebben. Bedoelen ze dat met genieten?
Crisis bij de banken. Geniet! Sommige mensen zijn er erg rijk van geworden tenslotte. Zij genieten, terwijl anderen creperen. Maar, zeggen ze, contracten, en het kan niet anders, echt niet. Wij geloven het. Want anders? Wij moeten niet zeuren, wij hebben televisie, die houdt ons zoet. Er is een hoop platte pret tegenwoordig. Hoeveel dans-, stamp-, kook-, vreet- en andere vrolijke programma’s kan een mens verdragen? En maar gillen van de lol. Laatst hoorde ik koken op de radio. Lekker? Nou ja, je wordt niet dik van radiokoken.
Ook de betere kranten komen met korte teksten en grote plaatjes om maar niet tot de elite gerekend te worden. Want dat willen we niet. NOU IK WEL. Verdomme.
Er zijn plaatjesdraaiers die één keer perjaar in een glazen kooi gaan zitten hongeren om te muzakken. Het publiek hoopt dat ze bezwijken. Het geeft geld voor zo’n lalala-plaatje. Voor een zielig goed doel. Dat is pas echt genieten.
De cultuur wordt met minus tweehonderdmiljoen subsidiegeld om zeep geholpen. Net zoveel geld als we voor een klein stukje snelweg nodig hebben. Fijn hè, hard rijden?
Wij worden dus het patat- en- frikandellenvolk. Dat is pas genotzucht. Obesitas voor iedereen. Hebben we geschreeuwd in 60 steden om cultuur? Jawel, jazeker, maar ook uit wanhoop! Maar of het helpt? Deze regering is onbeschaafd en dom, een fatale combinatie.
Mijn nieuwe leus is Wanhoopt en doe dat Nu. Voor het te laat is. Anders worden we zombies. Grijze dode mensachtigen die platgeslagen alleen nog maar pret met seks en pret met vreten kennen. Het normale verstand is bezweken en in het ziekenhuis wordt de patiënt niet op de intensive care gelegd want de directeur van die zorginstelling verdient dertig verpeegsterssalarissen. Ik bedoel, dat verdient hij niet, maar dat salaris heeft hij geritselt.Wanhoopt. En kerm.
Patjepeeërs en proleten maken de dienst uit. Leuk á la Wilders. Moeten we nu gaan gillen op de golfbaan? Daar genieten de VVD-stemmers van lekker buiten zijn in die duur aangelegde natuur. Schreeuwen om cultuur? Schreeuwen om iets anders dan golfcultuur. Hè ja, poëzie op de golfbaan. Bijna verkommerde dichters bij elke hole, met petje-op-petje-af om geld op te halen. Krijsen in de kerken. Om klassieke muziek. God houdt daar namelijk van. Je denkt toch niet dat dat meedreinen met ’t urgel voor ons opperwezen zo mooi is?
Bee-enners. De supergenieters. Op het nieuws horen hoe ene dinges getrouwd is met een andere dinges. In een te dure jurk en met ruzie. Om het in mooi Nederlands te zeggen: Who gives a shit? Geld, genot, genoten. Geld is de toekomende tijd van geniet. Het moet van de gelukspolitie. Geniet of ik schiet. Ik zou bijna zeggen, schiet dan maar, verdomme.
Chawwa Wijnberg
26-11-2010
http://www.chawwawijnberg.nl/
Tekeningen, Chawwa Wijnberg
© 2010 Chawwa Wijnberg. Alle rechten voorbehouden
.
Mensen spreken in reclameslogans. Ze zeggen: `Geniet.´ Gebiedende wijs. Eigenaardig. Waarom moeten we zo genieten? Bij de foto’s van de kleinzoons: `Geniet nu!’ En dan dreigend: `Want later is ie groot.’ Is de pret dan over? Heeft dat met later als ik groot ben te maken? En valt dat tegen? Of komt dan de gelukspolitie? Mevrouw, u heeft niet genoten, u krijgt een boete van het huidige kabinet. Want cultuur hoeft niet, maar genieten potdomme zúllen we?
Willen we niet meer lijden? Of mógen we niet meer lijden?
Bij rampen geven we feesten. Vrolijke feesten met dans en gezang, korte stukjes met ach zielig, en dan een prijslijst van wat we opgehaald hebben. Allemaal hossers en kunstemakers en maar lol maken om geld op te halen. Tralala boemdiee. En helpt dat? Nee. Dat wil zeggen, mij lijkt het niet. We halen miljarden schuldgevoelgeld op en nog krijgen de slachtoffers cholera en andere leuke ziektes, terwijl ze al geen huis en geen riolering hebben. Bedoelen ze dat met genieten?
Crisis bij de banken. Geniet! Sommige mensen zijn er erg rijk van geworden tenslotte. Zij genieten, terwijl anderen creperen. Maar, zeggen ze, contracten, en het kan niet anders, echt niet. Wij geloven het. Want anders? Wij moeten niet zeuren, wij hebben televisie, die houdt ons zoet. Er is een hoop platte pret tegenwoordig. Hoeveel dans-, stamp-, kook-, vreet- en andere vrolijke programma’s kan een mens verdragen? En maar gillen van de lol. Laatst hoorde ik koken op de radio. Lekker? Nou ja, je wordt niet dik van radiokoken.
Ook de betere kranten komen met korte teksten en grote plaatjes om maar niet tot de elite gerekend te worden. Want dat willen we niet. NOU IK WEL. Verdomme.
Er zijn plaatjesdraaiers die één keer perjaar in een glazen kooi gaan zitten hongeren om te muzakken. Het publiek hoopt dat ze bezwijken. Het geeft geld voor zo’n lalala-plaatje. Voor een zielig goed doel. Dat is pas echt genieten.
De cultuur wordt met minus tweehonderdmiljoen subsidiegeld om zeep geholpen. Net zoveel geld als we voor een klein stukje snelweg nodig hebben. Fijn hè, hard rijden?
Wij worden dus het patat- en- frikandellenvolk. Dat is pas genotzucht. Obesitas voor iedereen. Hebben we geschreeuwd in 60 steden om cultuur? Jawel, jazeker, maar ook uit wanhoop! Maar of het helpt? Deze regering is onbeschaafd en dom, een fatale combinatie.
Mijn nieuwe leus is Wanhoopt en doe dat Nu. Voor het te laat is. Anders worden we zombies. Grijze dode mensachtigen die platgeslagen alleen nog maar pret met seks en pret met vreten kennen. Het normale verstand is bezweken en in het ziekenhuis wordt de patiënt niet op de intensive care gelegd want de directeur van die zorginstelling verdient dertig verpeegsterssalarissen. Ik bedoel, dat verdient hij niet, maar dat salaris heeft hij geritselt.Wanhoopt. En kerm.
Patjepeeërs en proleten maken de dienst uit. Leuk á la Wilders. Moeten we nu gaan gillen op de golfbaan? Daar genieten de VVD-stemmers van lekker buiten zijn in die duur aangelegde natuur. Schreeuwen om cultuur? Schreeuwen om iets anders dan golfcultuur. Hè ja, poëzie op de golfbaan. Bijna verkommerde dichters bij elke hole, met petje-op-petje-af om geld op te halen. Krijsen in de kerken. Om klassieke muziek. God houdt daar namelijk van. Je denkt toch niet dat dat meedreinen met ’t urgel voor ons opperwezen zo mooi is?
Bee-enners. De supergenieters. Op het nieuws horen hoe ene dinges getrouwd is met een andere dinges. In een te dure jurk en met ruzie. Om het in mooi Nederlands te zeggen: Who gives a shit? Geld, genot, genoten. Geld is de toekomende tijd van geniet. Het moet van de gelukspolitie. Geniet of ik schiet. Ik zou bijna zeggen, schiet dan maar, verdomme.
Chawwa Wijnberg
26-11-2010
http://www.chawwawijnberg.nl/
Tekeningen, Chawwa Wijnberg
© 2010 Chawwa Wijnberg. Alle rechten voorbehouden
.
maandag 22 november 2010
Roeien met de riemen in de zorg.
Het negatief in de actualiteit gekomen Haagse verpleeghuis is niet het enige dat overal steken laat vallen. In het gros van de verpleeg- en verzorginghuizen en revalidatie-instellingen vallen steken door het tekort aan handen of niet goed opgeleide handen. Door te weinig (interne en externe) controle.
Oplossing is een grotere variëteit van handen aan het bed, meer handen aan het bed en betere in praktijk én theorie opgeleide eigenaars van die handen, strenger intern toezicht op het functioneren van die handen. Kortom, het bekende verhaal. Stel maar een ouderwetse hoofdzuster aan, met controlefunctie, één die steekproeven doet en op niet gezette tijden over de afdelingen loopt. Een eindverantwoordelijke voor de directe patiëntenzorg. Er wordt nu zoveel gemanaged op afstand dat niemand nog door de bomen het bos ziet. En waar ging het nu ook al weer om? Het verzorgen en verplegen van de patiënten, toch?
Na de EVV-er (eerstverantwoordelijke verplegende) komt de teamleider, dan de unitmanager, dan de clustermanager en de locatiemanager. Dan de raden van bestuur en toezicht. Waarom moeten al die mensen managen of gemanaged worden? Moet er zoveel beleid gemaakt en vertaald worden? In deze tijd van roeien met de bestaande riemen zou coachen in plaats van managen logischer zijn. De verzorgenden worden steeds vaker intern opgeleid, ik zet daar mijn vraagtekens bij, de opleidingsinhoud laat sterk te wensen over. Zet meer praktijkbegeleiders in, vooral tijdens lichamelijke verzorgingsuren en etenstijd.
Ik heb weer verschillende verpleeghuizen van binnen gezien, veel luxe soms, maar niet aan competente mensen. Iedereen kan zijn eigen grootmoeder wel wassen, maar voor het verzorgen van de grootmoeder van iemand anders is meer verantwoordelijkheidsgevoel en meer inzicht nodig. Nu worden er veel handen snel klaargestoomd, met alle gevolgen van dien.
En natuurlijk gaan de directies de Tweede Kamer niet op de hoogte houden, hun veranderingsbereidheid is niet zo groot, ze hebben geen creatief en praktisch denkvermogen, het moet ook vaak uit hun salaris komen en je kunt het geld maar een keer uitgeven!
Een simpele oplossing zou zijn om de inkomsten te verdelen van onderaf, te beginnen met de directe zorg:
60 bewoners/patiënten hebben per dag 15(dagdienst) en 10(avond/middagdienst) en minimaal 4(nachtdienst) verzorgenden nodig. En ook noodzaak: 1 tot 4 praktijkbegeleiders, afhankelijk van de leerlingen, een planner en of afdelingssecretaresse voor administratie en papierwerk en een hoofdverantwoordelijke. Behalve de leerlingen hoort iedere meer dan 2 jaar gediplomeerde kracht automatisch EVV-er te worden, men werkt immers in wisselende diensten. Ik pleit voor een verpleegkundig hoofd van dienst voor elke dag- en avonddienst en een verpleegkundige in de nachtdienst, inzetbaar voor alle calamiteiten en met die controle functie.
Daarnaast kun je kijken hoeveel geld er nog is voor overkoepelende functies die de verzorging en verpleging begeleiden, zoals financiële administratie en personeelszaken en een hoofd verpleging en verzorging. En een directie functie. Andere werkzaamheden als de facilitaire: technische en schoonmaakdiensten, voeding en ITC vallen niet onder de directe verzorging. Er kan ook veel beter geautomatiseerd worden op het gebied van voorraden en apotheek. En vooral samengewerkt worden met andere huizen en instellingen.
Opleidingen in huis hebben niet tot goede resultaten geleid; er moet een landelijk examen komen voor theorie en praktijk voor verzorgenden. Wie niet voldoet aan de eisen kan niet met patiënten werken. Wie wel voldoet, duurt langer en heeft meer plezier in het werk. De niet gemotiveerden vallen tijdens de opleiding af. Het inzetten van ouderbanen zou in ieder geval op de spitsuren verlichting geven en de vrouwen en mannen die voor kleinere kinderen zorgen, de mogelijkheid geven om bij te blijven zodat de volledige terugkeer op de arbeidsmarkt vloeiend verloopt, zonder verlies van kennis en vaardigheden. Bovenstaande is slechts een greep uit de mogelijkheden.
Roeien met de riemen die je hebt.
Stel je voor dat de zorgverlening een roeiboot is.
Alle roeiers moeten dezelfde slag hebben willen ze vooruitkomen en meer dan 1 stuurman of -vrouw is absurd. Je kunt 2 roeiers aan een riem zetten en dan ga je dubbel zo snel. Ze moeten sterk zijn, in goede conditie en dus goed getraind en weten wat hun verantwoordelijkheid is. En luisteren naar de stuurman. Die geeft het tempo aan en de richting. De stuurman weet waar de zwakke plekken zitten en zet nooit twee zwakke roeiers aan een riem, maar verdeelt de mogelijkheden over de boot. De roeiers roeien en leren nieuwe technieken van een coach, niet elke roeitocht is een wedstrijd, maar het ergens komen is een doel; hetzij aan de overkant, hetzij op het podium voor een gouden medaille. De ultieme ambitie! De voorzitter van de roeivereniging levert geen spierkracht, maar int de contributie, stippelt de route uit en zet de bekers in de prijzenkast. Het is zo simpel als dat.
Een utopie in de zorg? Ik denk het niet. We moeten alleen weer bij het begin beginnen. In de zorg wil dat zeggen bij goed opgeleide mensen met plezier in hun werk, met dankbare patiënten, een goed salaris en goede arbeidsvoorwaarden, daar worden mensen gelukkig van.
Van de nu heersende situatie wordt niemand blij en krijg je dus om het zo maar even te noemen Haagse toestanden.
Gavi Mensch
Nederland BV, 21-11-2010
.
Oplossing is een grotere variëteit van handen aan het bed, meer handen aan het bed en betere in praktijk én theorie opgeleide eigenaars van die handen, strenger intern toezicht op het functioneren van die handen. Kortom, het bekende verhaal. Stel maar een ouderwetse hoofdzuster aan, met controlefunctie, één die steekproeven doet en op niet gezette tijden over de afdelingen loopt. Een eindverantwoordelijke voor de directe patiëntenzorg. Er wordt nu zoveel gemanaged op afstand dat niemand nog door de bomen het bos ziet. En waar ging het nu ook al weer om? Het verzorgen en verplegen van de patiënten, toch?
Na de EVV-er (eerstverantwoordelijke verplegende) komt de teamleider, dan de unitmanager, dan de clustermanager en de locatiemanager. Dan de raden van bestuur en toezicht. Waarom moeten al die mensen managen of gemanaged worden? Moet er zoveel beleid gemaakt en vertaald worden? In deze tijd van roeien met de bestaande riemen zou coachen in plaats van managen logischer zijn. De verzorgenden worden steeds vaker intern opgeleid, ik zet daar mijn vraagtekens bij, de opleidingsinhoud laat sterk te wensen over. Zet meer praktijkbegeleiders in, vooral tijdens lichamelijke verzorgingsuren en etenstijd.
Ik heb weer verschillende verpleeghuizen van binnen gezien, veel luxe soms, maar niet aan competente mensen. Iedereen kan zijn eigen grootmoeder wel wassen, maar voor het verzorgen van de grootmoeder van iemand anders is meer verantwoordelijkheidsgevoel en meer inzicht nodig. Nu worden er veel handen snel klaargestoomd, met alle gevolgen van dien.
En natuurlijk gaan de directies de Tweede Kamer niet op de hoogte houden, hun veranderingsbereidheid is niet zo groot, ze hebben geen creatief en praktisch denkvermogen, het moet ook vaak uit hun salaris komen en je kunt het geld maar een keer uitgeven!
Een simpele oplossing zou zijn om de inkomsten te verdelen van onderaf, te beginnen met de directe zorg:
60 bewoners/patiënten hebben per dag 15(dagdienst) en 10(avond/middagdienst) en minimaal 4(nachtdienst) verzorgenden nodig. En ook noodzaak: 1 tot 4 praktijkbegeleiders, afhankelijk van de leerlingen, een planner en of afdelingssecretaresse voor administratie en papierwerk en een hoofdverantwoordelijke. Behalve de leerlingen hoort iedere meer dan 2 jaar gediplomeerde kracht automatisch EVV-er te worden, men werkt immers in wisselende diensten. Ik pleit voor een verpleegkundig hoofd van dienst voor elke dag- en avonddienst en een verpleegkundige in de nachtdienst, inzetbaar voor alle calamiteiten en met die controle functie.
Daarnaast kun je kijken hoeveel geld er nog is voor overkoepelende functies die de verzorging en verpleging begeleiden, zoals financiële administratie en personeelszaken en een hoofd verpleging en verzorging. En een directie functie. Andere werkzaamheden als de facilitaire: technische en schoonmaakdiensten, voeding en ITC vallen niet onder de directe verzorging. Er kan ook veel beter geautomatiseerd worden op het gebied van voorraden en apotheek. En vooral samengewerkt worden met andere huizen en instellingen.
Opleidingen in huis hebben niet tot goede resultaten geleid; er moet een landelijk examen komen voor theorie en praktijk voor verzorgenden. Wie niet voldoet aan de eisen kan niet met patiënten werken. Wie wel voldoet, duurt langer en heeft meer plezier in het werk. De niet gemotiveerden vallen tijdens de opleiding af. Het inzetten van ouderbanen zou in ieder geval op de spitsuren verlichting geven en de vrouwen en mannen die voor kleinere kinderen zorgen, de mogelijkheid geven om bij te blijven zodat de volledige terugkeer op de arbeidsmarkt vloeiend verloopt, zonder verlies van kennis en vaardigheden. Bovenstaande is slechts een greep uit de mogelijkheden.
Roeien met de riemen die je hebt.
Stel je voor dat de zorgverlening een roeiboot is.
Alle roeiers moeten dezelfde slag hebben willen ze vooruitkomen en meer dan 1 stuurman of -vrouw is absurd. Je kunt 2 roeiers aan een riem zetten en dan ga je dubbel zo snel. Ze moeten sterk zijn, in goede conditie en dus goed getraind en weten wat hun verantwoordelijkheid is. En luisteren naar de stuurman. Die geeft het tempo aan en de richting. De stuurman weet waar de zwakke plekken zitten en zet nooit twee zwakke roeiers aan een riem, maar verdeelt de mogelijkheden over de boot. De roeiers roeien en leren nieuwe technieken van een coach, niet elke roeitocht is een wedstrijd, maar het ergens komen is een doel; hetzij aan de overkant, hetzij op het podium voor een gouden medaille. De ultieme ambitie! De voorzitter van de roeivereniging levert geen spierkracht, maar int de contributie, stippelt de route uit en zet de bekers in de prijzenkast. Het is zo simpel als dat.
Een utopie in de zorg? Ik denk het niet. We moeten alleen weer bij het begin beginnen. In de zorg wil dat zeggen bij goed opgeleide mensen met plezier in hun werk, met dankbare patiënten, een goed salaris en goede arbeidsvoorwaarden, daar worden mensen gelukkig van.
Van de nu heersende situatie wordt niemand blij en krijg je dus om het zo maar even te noemen Haagse toestanden.
Gavi Mensch
Nederland BV, 21-11-2010
.
zaterdag 20 november 2010
Fatsoen
'Mensen zullen gaan snakken naar intelligentie en fatsoen' volgens Lodewijk Asscher, wethouder voor de PvdA in Amsterdam (bijlage VK 22-11-2010) en ik ben het helemaal met hem eens. Dit gaat niet echt goed. De maatschappelijke verloedering is bijna compleet.
De verloedering is niet van deze tijd natuurlijk, alle moderniseringen zijn verloederingen ten opzichte van het conservatisme. Mijn vader hield vast aan zijn kostuum en stropdas, deed die alleen 's avonds af en verwisselde na het werk alleen zijn colbert voor een keurig gebreid vest.
Zijn kritiek op de verloedering werd geuit met de woorden van Toon Hermans: 'We vertruien zo!' en daar bij ging het hem niet (alleen) om de kleding maar om allerhande slordige zaken. Slordig woordgebruik, slordige omgangsvormen, slordige politici en slordig zakendoen.
Binnenshuis mocht je op zondag de hele dag in je pyjama rondhangen, alleen op zondag. De rest van de week absoluut niet. Een werkweek bestond uit 6 dagen. Wie minder werkte, verdiende zijn geld te makkelijk. De vrije zaterdag was een ommezwaai. Mensen liepen op zaterdag in vrijetijdskleding. De intocht van de campingsmoking. We vertruien zo, ik denk het nog steeds. Bij mij roept het geen associaties meer op van kledingstijl, maar van ethiek en normen. Ik vind het allemaal niet zo fatsoenlijk wat ik om me heen zie.
Het begon toen mijn kinderen klein waren en er meer dan eens een zelfsluitende winkeldeur tegen de kinderwagen dreunde, simpelweg omdat ik verwachtte dat de persoon voor mij op zou letten en de deur open zou houden voor ons. Ik bedankte daarvoor luid en duidelijk. Mijn dochter trok me dan aan mijn jas, zij vond mijn opvoedkundige opmerkingen naar dit soort vertruide personen een beetje gênant. Vreemd want ze had nooit anders geleerd dan dat je altijd achterom kijkt als je een deur doorgaat, om te zien of er iemand achter je aan komt.
Hoe kwam het dat het voor haar gênant was (nu niet meer, ze duwt nu haar eigen kinderwagen) als ik iemand wees (en wijs) op het niet naleven van een fatsoensnorm?
Ik kan wel een boek vol schrijven met redenen waarom ik denk dat die normen verdwenen zijn. En ik vraag me dan af of de mensen die geen normen hebben meegekregen dan minder weten. Of ze minder geleerd hebben of minder bewust bezig zijn met de wereld om het heen. Of ze al vanaf vrijdagmiddag 'banquehangen' in trainingssuit met een pilsje, sport kijkend. Of ze alleen werken voor die boterham en flatscreen. En ik vraag me af of het einde van het vertruien al in zicht is.
Het komt mijns inziens eigenlijk allemaal door dat men vond, dat kinderen 'het' zichzelf maar moesten aanleren. Antiautoritaire opvoeding helpt daar niet echt bij. Het minder lezen is funest gebleken. Het eigen wereldbeeld gaat het 'enige' worden. Het matige onderwijs uit standaard lesboeken, zonder de verhalende en geïnspireerde eigen interpretatie van de leerkracht, heeft van leren een eindopdracht gemaakt en niet een beginpunt. Destijds moest men uit al die verschillende meningen een eigen mening destilleren, daar hielp de overdracht van 'normen en waarden' bij. Je las de familiekrant en daarnaast ook nog andere kranten. Het nieuws was min of meer neutraal, ook op de radio en de televisie. Je eigen opinie moest je vormen, kunnen beargumenteren, die kwam niet kant-en-klaar......
En er was sociale controle. Maar die hield op. Er mocht veel en hoefde weinig. Wat de een mocht, mocht de ander ook. Daarna kwam het 'bemoei je met je eigen zaken' en daarna de vogelvrijheid van de maatschappij; als je een goede advocaat had kon je alles maken. Tot op heden is dat helaas het uitgangspunt.
Ik ben niet aardig wat dat betreft. Ik vind dat regels er wel zijn om te toetsen, maar niet om te overtreden. Ik controleer nog steeds sociaal. Ik ben niet bang voor een grote bek, het is maar op welke manier je het zegt. Als ik ga schelden over een in mijn gezicht dichtgevallen deur, heb ik boze tegen- en omstanders. Als ik vraag aan de onverlaat die de deur niet openhield of hij daar zelf geen last van heeft en of het hem wel handig lijkt op deze manier, krijg ik vaak een 'Sorry mevrouw'. Niet altijd natuurlijk. Met al mijn 'vooroordelen' van dien.
Degene die sorry zegt, wist wel dat hij de deur open hoort te houden voor de volgende, zeker als die met een kinderwagen loopt. Die is nog intelligent. Maar degene die mij toesnauwt: 'Kutwijf, bemoei je met je eigen zaken, had je maar geen kinderen motte nemen, je ken toch wel voor je zelf zorgen zeker' die dicht ik een laag IQ toe en een intelligentie op het niveau van zijn fatsoensnormen.
Het 'schorriemorrie' zou mijn vader hen genoemd hebben. Helaas zitten dat soort nu overal, in alle lagen van de bevolking. In het landsbestuur, in de top van de zakenwereld, van de banken en van de zorginstellingen. Bij personeelszaken en achter het gemeenteloket. Tussen de politieagenten en de geestelijkheid. Van top tot bodem is de vruchtbare samenleving vermengd met het antisociale gif. Als er niet snel iets gebeurt aan het gebrek aan fatsoensnormen en het zakken van de intelligentieniveaus komt het niet goed met ons.
Ik hoop dus maar, samen met Lodewijk, dat het snakken naar intelligentie en fatsoen snel begint.
©Gavi Mensch
Maastricht, 20-11-2010
Naschrift: 31-10-2013
Helaas loopt het allemaal anders, onbeschoftheid is troef, morele grenzen zijn weggevallen, alles mag gezegd en gedaan. Leugens verspreiden, bedreigen en het vernielen van zorgvuldig opgebouwde cv's, alles mag. Asscher heeft het m.i. opgegeven. Er is geen sprake meer van vertruien. Er is veel vies ondergoed zichtbaar. Zogenaamd nette mensen spuwen hun gal op het net; het dient geen enkel sociaal doel, geen enkel doel whatsoever. We zijn drie jaar verder en 30 jaar teruggezet door een kleine groep oppervlakkige types, helaas voorkomend in alle lagen van de maatschappij. Het wordt nu zaak om die narigheden bloot te leggen, het vieze ondergoed van deze en gene verplicht te laten wassen en de producenten van de stoom vuilspuiterij een tijdlang te isoleren.
Zie ook:
http://www.volkskrant.nl/vk/nl/3184/opinie/article/detail/3536464/2013/10/31/We-ondervinden-nu-dat-het-op-Twitter-en-Facebook-aan-beheersing-ontbreekt.dhtml
.
De verloedering is niet van deze tijd natuurlijk, alle moderniseringen zijn verloederingen ten opzichte van het conservatisme. Mijn vader hield vast aan zijn kostuum en stropdas, deed die alleen 's avonds af en verwisselde na het werk alleen zijn colbert voor een keurig gebreid vest.
Zijn kritiek op de verloedering werd geuit met de woorden van Toon Hermans: 'We vertruien zo!' en daar bij ging het hem niet (alleen) om de kleding maar om allerhande slordige zaken. Slordig woordgebruik, slordige omgangsvormen, slordige politici en slordig zakendoen.
Binnenshuis mocht je op zondag de hele dag in je pyjama rondhangen, alleen op zondag. De rest van de week absoluut niet. Een werkweek bestond uit 6 dagen. Wie minder werkte, verdiende zijn geld te makkelijk. De vrije zaterdag was een ommezwaai. Mensen liepen op zaterdag in vrijetijdskleding. De intocht van de campingsmoking. We vertruien zo, ik denk het nog steeds. Bij mij roept het geen associaties meer op van kledingstijl, maar van ethiek en normen. Ik vind het allemaal niet zo fatsoenlijk wat ik om me heen zie.
Het begon toen mijn kinderen klein waren en er meer dan eens een zelfsluitende winkeldeur tegen de kinderwagen dreunde, simpelweg omdat ik verwachtte dat de persoon voor mij op zou letten en de deur open zou houden voor ons. Ik bedankte daarvoor luid en duidelijk. Mijn dochter trok me dan aan mijn jas, zij vond mijn opvoedkundige opmerkingen naar dit soort vertruide personen een beetje gênant. Vreemd want ze had nooit anders geleerd dan dat je altijd achterom kijkt als je een deur doorgaat, om te zien of er iemand achter je aan komt.
Hoe kwam het dat het voor haar gênant was (nu niet meer, ze duwt nu haar eigen kinderwagen) als ik iemand wees (en wijs) op het niet naleven van een fatsoensnorm?
Ik kan wel een boek vol schrijven met redenen waarom ik denk dat die normen verdwenen zijn. En ik vraag me dan af of de mensen die geen normen hebben meegekregen dan minder weten. Of ze minder geleerd hebben of minder bewust bezig zijn met de wereld om het heen. Of ze al vanaf vrijdagmiddag 'banquehangen' in trainingssuit met een pilsje, sport kijkend. Of ze alleen werken voor die boterham en flatscreen. En ik vraag me af of het einde van het vertruien al in zicht is.
Het komt mijns inziens eigenlijk allemaal door dat men vond, dat kinderen 'het' zichzelf maar moesten aanleren. Antiautoritaire opvoeding helpt daar niet echt bij. Het minder lezen is funest gebleken. Het eigen wereldbeeld gaat het 'enige' worden. Het matige onderwijs uit standaard lesboeken, zonder de verhalende en geïnspireerde eigen interpretatie van de leerkracht, heeft van leren een eindopdracht gemaakt en niet een beginpunt. Destijds moest men uit al die verschillende meningen een eigen mening destilleren, daar hielp de overdracht van 'normen en waarden' bij. Je las de familiekrant en daarnaast ook nog andere kranten. Het nieuws was min of meer neutraal, ook op de radio en de televisie. Je eigen opinie moest je vormen, kunnen beargumenteren, die kwam niet kant-en-klaar......
En er was sociale controle. Maar die hield op. Er mocht veel en hoefde weinig. Wat de een mocht, mocht de ander ook. Daarna kwam het 'bemoei je met je eigen zaken' en daarna de vogelvrijheid van de maatschappij; als je een goede advocaat had kon je alles maken. Tot op heden is dat helaas het uitgangspunt.
Ik ben niet aardig wat dat betreft. Ik vind dat regels er wel zijn om te toetsen, maar niet om te overtreden. Ik controleer nog steeds sociaal. Ik ben niet bang voor een grote bek, het is maar op welke manier je het zegt. Als ik ga schelden over een in mijn gezicht dichtgevallen deur, heb ik boze tegen- en omstanders. Als ik vraag aan de onverlaat die de deur niet openhield of hij daar zelf geen last van heeft en of het hem wel handig lijkt op deze manier, krijg ik vaak een 'Sorry mevrouw'. Niet altijd natuurlijk. Met al mijn 'vooroordelen' van dien.
Degene die sorry zegt, wist wel dat hij de deur open hoort te houden voor de volgende, zeker als die met een kinderwagen loopt. Die is nog intelligent. Maar degene die mij toesnauwt: 'Kutwijf, bemoei je met je eigen zaken, had je maar geen kinderen motte nemen, je ken toch wel voor je zelf zorgen zeker' die dicht ik een laag IQ toe en een intelligentie op het niveau van zijn fatsoensnormen.
Het 'schorriemorrie' zou mijn vader hen genoemd hebben. Helaas zitten dat soort nu overal, in alle lagen van de bevolking. In het landsbestuur, in de top van de zakenwereld, van de banken en van de zorginstellingen. Bij personeelszaken en achter het gemeenteloket. Tussen de politieagenten en de geestelijkheid. Van top tot bodem is de vruchtbare samenleving vermengd met het antisociale gif. Als er niet snel iets gebeurt aan het gebrek aan fatsoensnormen en het zakken van de intelligentieniveaus komt het niet goed met ons.
Ik hoop dus maar, samen met Lodewijk, dat het snakken naar intelligentie en fatsoen snel begint.
©Gavi Mensch
Maastricht, 20-11-2010
Naschrift: 31-10-2013
Helaas loopt het allemaal anders, onbeschoftheid is troef, morele grenzen zijn weggevallen, alles mag gezegd en gedaan. Leugens verspreiden, bedreigen en het vernielen van zorgvuldig opgebouwde cv's, alles mag. Asscher heeft het m.i. opgegeven. Er is geen sprake meer van vertruien. Er is veel vies ondergoed zichtbaar. Zogenaamd nette mensen spuwen hun gal op het net; het dient geen enkel sociaal doel, geen enkel doel whatsoever. We zijn drie jaar verder en 30 jaar teruggezet door een kleine groep oppervlakkige types, helaas voorkomend in alle lagen van de maatschappij. Het wordt nu zaak om die narigheden bloot te leggen, het vieze ondergoed van deze en gene verplicht te laten wassen en de producenten van de stoom vuilspuiterij een tijdlang te isoleren.
Zie ook:
http://www.volkskrant.nl/vk/nl/3184/opinie/article/detail/3536464/2013/10/31/We-ondervinden-nu-dat-het-op-Twitter-en-Facebook-aan-beheersing-ontbreekt.dhtml
.
la rutina y yo
no es la búsqueda
es el no encontrar
nada de lo esperado
nada de sorpresa
el día va de día en día
no cambia su hora
de cambiar de día
tan fija y repleta
sin esperanza ninguna
no es la búsqueda
es el no encontrar
el vació para un sueño
el hueco para variar
el día va de día en día
no cambia a la gente
ni cambia su camino
el camino está fijado
sin esperanza ninguna
si no cambio yo
el día al día.
©Gavi Mensch
de mi diario: alegre crisis depresiva
Jerez 2007
Maastricht, 19-11-2010
Labels:
2007,
2010,
amplitud,
batalla solitaria,
fuerza,
libertad,
Mensch en Español,
otoño,
poesía
donderdag 18 november 2010
Te weinig handen
Ach, ik zie de wanhopige strijdlust in haar ogen, ik kijk beschaamd naar mijn vingertoppen en dan weer naar haar vragende gezicht. "Weet je, ik heb echt iemand nodig", zegt ze. Ik weet wat zij bedoelt en ik weet ook al dat ik niet de oplossing ben voor het Probleem, niet meer! Ik ben niet meer zo snel als 10 jaar geleden. Ik krijg de patiënt niet in die korte tijd fris gewassen en aangekleed. Dit deel van de functie trek ik niet meer. Ik zie slecht verzorgde wonden en slordigheden die zij niet ziet. Ik zie, hoor en ruik te veel. Ik wil hier een Minister van Volksgezondheid, een ochtendje maar, meeploeterend, net zoals ik.
De vier of vijf verzorgenden 'doen' elke morgen 30 patiënten, nog steeds en nog net, zolang ze het volhouden. Dertig stramme en onwillig lijven. Dertig mensen die niet veel meer begrijpen. Dertig mannen en vrouwen die niet meegeven, wonden en verwrongen ledematen hebben, dertig uit de kluiten gewassen baby's. Met volle luiers die nu inco's heten. Minimaal 5 patiënten in twee en een half uur, dat is een half uur de man of vrouw. Wassen op bed of op de postoel, wassen en aankleden. Of douchen, van stoel naar stoel, hijsen en overzetten. Compleet met deo en scheerbeurt, met oorbellen en de bloes met 10 knoopjes. En alles moet, alles is verplicht en niets is vrijblijvend. Soms heeft men een pyjamadag, soms gaat men om 3 uur ´s middags al weer naar bed, omdat men oud is. Maar het wassen moet altijd, elke dag. En het verschonen, minstens drie keer per dag. En als een bewoner klaar is, na een uur, ruikt ie soms nog niet fris, de urine lucht heeft de huid geïmpregneerd. Minstens 6 uur kan een inco blijven zitten. Minstens 6 uur.
De 12 verzorgenden nemen 24 uur per dag de verzorging van 30 mensen voor hun rekening. Eentje in de nachtdienst en elf nemen de dag en avond voor hun rekening. Er zijn 28 nog levende bewoners en een paar terminale patiënten die bijna dood zijn en alleen op een kamertje liggen met een bewegingsdetector en palliatieve medicatie. Er is niemand bij hen. Er loopt wel regelmatig iemand binnen maar doodgaan doen ze te vaak in hun eentje, hopelijk hebben ze geen besef meer van hun omgeving, geen pijn en geen angst. Ik ben niet zo overtuigd van dat alles en schaam me diep over dit soort zaken. Familieleden klagen en zijn net zo onmachtig, dat wil zeggen als er familieleden zijn. Veel ouderen zijn eenzaam en alleen.
Er is geen onderscheid des persoons, nooit. De 83 jarige klaploper wordt net zo liefdevol behandeld als de 73 jarige moeder die alleen voor een groot gezin heeft gestaan. Het zijn allemaal bewoners van de units van de laatste fase. Ze hebben allemaal dementie, weten niet echt meer wie ze zijn en zien elke minuut nieuwe dingen. Het gezicht dat ze enkele minuten eerder zagen komt hen vaag bekend voor maar het is niet meer dan dat. Niemand op de afdeling weet precies wat voor dementie de bewoners hebben, alleen de artsen en de therapeuten weten dat. Het medisch dossier is gesloten voor verzorgenden. Ze weten van de patiënt alleen wat hen verteld wordt en ze hebben ook niet genoeg tijd of mogelijkheden om zich er verder in te verdiepen.
De verzorgenden doen vreselijk hun best, ieder naar vermogen. De een is wat sneller, de andere wat handiger en de derde is vreselijk lief voor iedereen. Maar redden doen ze het niet. De patiënt die net gewassen is door een collega, wordt door mij afgedroogd en de handdoek vertoont nog sporen van ontlasting. Ik pak het washandje en sop nog een keer de liezen. Zij droogt, met een kleur op haar gezicht. Sip zegt ze dat het niet zoveel uitmaakt, zodra de patiënt gaat staan kan ze opnieuw beginnen. Veel patiënten laten alles lopen. Ik zeg niets en smeer met kracht vaseline op de rode plekken. Vaseline is niet zoals het hoort, maar zo wil de arts het. Ik zeg weer niets. Vaseline is goedkoop en kan in ieder geval geen kwaad.
Na een patiënt samen met haar verzorgd te hebben en nog een in mijn eentje wordt mijn onvoldane gevoel steeds groter, de laatste patiënt zit om kwart over 10 aan het ontbijt en om half één komt het middageten. De bewoners worden gestimuleerd om zelf te eten maar als dat niet kan, worden ze geholpen, twee huishoudelijke assistentes zorgen daarvoor, samen met de activiteitenbegeleiding, vrijwilligers en af en toe een leerling of een verzorgende die klaar is met de persoonlijke verzorging. Koffiepauze voor degene die om 7 uur begonnen is, is pas als de meest urgente bewoners klaar zijn. Lunchpauzes, in ploegen, er moeten genoeg verzorgenden zijn om te helpen met eten. 's Middags wordt er verschoond en een enkele keer getutterd, op bed gelegd en geschreven; een rondje over de gangen met de nog strompelende patiënten gelopen, als er tijd is. Er wordt veel overleg gepleegd zonder uitkomsten. Ik ben vol bewondering voor de verzorgenden die dit werk doen en volhouden, jaar in jaar uit. Ik begrijp ook de mensen die er uiteindelijk mee stoppen.
Om twaalf uur weet ik genoeg, iedereen lijkt moe, niemand klaagt, ze grappen wat tijdens de lunch, de humor is soms cynisch. De stemming is niet negatief, ze hebben zelf voor dit werk gekozen en iemand moet het doen. Ze chanteren zichzelf. Krap 2000 euro bruto verdienen de meesten. Een baan van 36 uur in de week, weekenden en avonden, nachtdiensten en feestdagen. Het zijn vrouwen met een gezin en kinderen, kinderen in een moeilijke leeftijd, kinderen met problemen die aandacht nodig hebben. De druk op deze vrouwen is groot en niet iedereen rolt daar ongeschonden doorheen. Er wordt tussen neus en lippen door verteld over persoonlijke zaken, het lucht duidelijk op.
Het werk is niet leuk meer, te zwaar en heeft te weinig inhoud. De patiëntenzorg in dit soort instellingen is matig, de liefde voor het werk ontbreekt vaak tegenwoordig en ik vraag me niet af waar dat aan ligt, ik heb het ook wel anders gezien. Ik heb nooit een luxe baan gehad, dit is me net iets te gortig. 30 niet zelfredzame patiënten voor 5 verzorgenden op een morgen heeft iets derdewereldachtigs en ondanks het feit dat iedereen hard doorwerkt, iets onmenselijk. Het is noch voor de patiënten noch voor de verzorgenden een goede optie.
Ik heb mijn keuze gemaakt. Mijn collega zal het nog even alleen moeten doen. Zo moeten werken is helemaal geen optie voor mij; zo moeten werken gaat me jaren van mijn leven en veel van mijn werkplezier kosten. En veel schuld- en schaamtegevoel opleveren en veel te weinig enigszins compenserend salaris.
Ik maak een lijst met knelpunten voor mijn archief. Dit is dweilen met de kraan open en ik wil wel dweilen maar dan moet eerst de kraan gerepareerd worden. En die reparatie bestaat uit meer goed opgeleide handen aan het bed.
©Gavi Mensch
Nederland BV, 15-11-2010
De vier of vijf verzorgenden 'doen' elke morgen 30 patiënten, nog steeds en nog net, zolang ze het volhouden. Dertig stramme en onwillig lijven. Dertig mensen die niet veel meer begrijpen. Dertig mannen en vrouwen die niet meegeven, wonden en verwrongen ledematen hebben, dertig uit de kluiten gewassen baby's. Met volle luiers die nu inco's heten. Minimaal 5 patiënten in twee en een half uur, dat is een half uur de man of vrouw. Wassen op bed of op de postoel, wassen en aankleden. Of douchen, van stoel naar stoel, hijsen en overzetten. Compleet met deo en scheerbeurt, met oorbellen en de bloes met 10 knoopjes. En alles moet, alles is verplicht en niets is vrijblijvend. Soms heeft men een pyjamadag, soms gaat men om 3 uur ´s middags al weer naar bed, omdat men oud is. Maar het wassen moet altijd, elke dag. En het verschonen, minstens drie keer per dag. En als een bewoner klaar is, na een uur, ruikt ie soms nog niet fris, de urine lucht heeft de huid geïmpregneerd. Minstens 6 uur kan een inco blijven zitten. Minstens 6 uur.
De 12 verzorgenden nemen 24 uur per dag de verzorging van 30 mensen voor hun rekening. Eentje in de nachtdienst en elf nemen de dag en avond voor hun rekening. Er zijn 28 nog levende bewoners en een paar terminale patiënten die bijna dood zijn en alleen op een kamertje liggen met een bewegingsdetector en palliatieve medicatie. Er is niemand bij hen. Er loopt wel regelmatig iemand binnen maar doodgaan doen ze te vaak in hun eentje, hopelijk hebben ze geen besef meer van hun omgeving, geen pijn en geen angst. Ik ben niet zo overtuigd van dat alles en schaam me diep over dit soort zaken. Familieleden klagen en zijn net zo onmachtig, dat wil zeggen als er familieleden zijn. Veel ouderen zijn eenzaam en alleen.
Er is geen onderscheid des persoons, nooit. De 83 jarige klaploper wordt net zo liefdevol behandeld als de 73 jarige moeder die alleen voor een groot gezin heeft gestaan. Het zijn allemaal bewoners van de units van de laatste fase. Ze hebben allemaal dementie, weten niet echt meer wie ze zijn en zien elke minuut nieuwe dingen. Het gezicht dat ze enkele minuten eerder zagen komt hen vaag bekend voor maar het is niet meer dan dat. Niemand op de afdeling weet precies wat voor dementie de bewoners hebben, alleen de artsen en de therapeuten weten dat. Het medisch dossier is gesloten voor verzorgenden. Ze weten van de patiënt alleen wat hen verteld wordt en ze hebben ook niet genoeg tijd of mogelijkheden om zich er verder in te verdiepen.
De verzorgenden doen vreselijk hun best, ieder naar vermogen. De een is wat sneller, de andere wat handiger en de derde is vreselijk lief voor iedereen. Maar redden doen ze het niet. De patiënt die net gewassen is door een collega, wordt door mij afgedroogd en de handdoek vertoont nog sporen van ontlasting. Ik pak het washandje en sop nog een keer de liezen. Zij droogt, met een kleur op haar gezicht. Sip zegt ze dat het niet zoveel uitmaakt, zodra de patiënt gaat staan kan ze opnieuw beginnen. Veel patiënten laten alles lopen. Ik zeg niets en smeer met kracht vaseline op de rode plekken. Vaseline is niet zoals het hoort, maar zo wil de arts het. Ik zeg weer niets. Vaseline is goedkoop en kan in ieder geval geen kwaad.
Na een patiënt samen met haar verzorgd te hebben en nog een in mijn eentje wordt mijn onvoldane gevoel steeds groter, de laatste patiënt zit om kwart over 10 aan het ontbijt en om half één komt het middageten. De bewoners worden gestimuleerd om zelf te eten maar als dat niet kan, worden ze geholpen, twee huishoudelijke assistentes zorgen daarvoor, samen met de activiteitenbegeleiding, vrijwilligers en af en toe een leerling of een verzorgende die klaar is met de persoonlijke verzorging. Koffiepauze voor degene die om 7 uur begonnen is, is pas als de meest urgente bewoners klaar zijn. Lunchpauzes, in ploegen, er moeten genoeg verzorgenden zijn om te helpen met eten. 's Middags wordt er verschoond en een enkele keer getutterd, op bed gelegd en geschreven; een rondje over de gangen met de nog strompelende patiënten gelopen, als er tijd is. Er wordt veel overleg gepleegd zonder uitkomsten. Ik ben vol bewondering voor de verzorgenden die dit werk doen en volhouden, jaar in jaar uit. Ik begrijp ook de mensen die er uiteindelijk mee stoppen.
Om twaalf uur weet ik genoeg, iedereen lijkt moe, niemand klaagt, ze grappen wat tijdens de lunch, de humor is soms cynisch. De stemming is niet negatief, ze hebben zelf voor dit werk gekozen en iemand moet het doen. Ze chanteren zichzelf. Krap 2000 euro bruto verdienen de meesten. Een baan van 36 uur in de week, weekenden en avonden, nachtdiensten en feestdagen. Het zijn vrouwen met een gezin en kinderen, kinderen in een moeilijke leeftijd, kinderen met problemen die aandacht nodig hebben. De druk op deze vrouwen is groot en niet iedereen rolt daar ongeschonden doorheen. Er wordt tussen neus en lippen door verteld over persoonlijke zaken, het lucht duidelijk op.
Het werk is niet leuk meer, te zwaar en heeft te weinig inhoud. De patiëntenzorg in dit soort instellingen is matig, de liefde voor het werk ontbreekt vaak tegenwoordig en ik vraag me niet af waar dat aan ligt, ik heb het ook wel anders gezien. Ik heb nooit een luxe baan gehad, dit is me net iets te gortig. 30 niet zelfredzame patiënten voor 5 verzorgenden op een morgen heeft iets derdewereldachtigs en ondanks het feit dat iedereen hard doorwerkt, iets onmenselijk. Het is noch voor de patiënten noch voor de verzorgenden een goede optie.
Ik heb mijn keuze gemaakt. Mijn collega zal het nog even alleen moeten doen. Zo moeten werken is helemaal geen optie voor mij; zo moeten werken gaat me jaren van mijn leven en veel van mijn werkplezier kosten. En veel schuld- en schaamtegevoel opleveren en veel te weinig enigszins compenserend salaris.
Ik maak een lijst met knelpunten voor mijn archief. Dit is dweilen met de kraan open en ik wil wel dweilen maar dan moet eerst de kraan gerepareerd worden. En die reparatie bestaat uit meer goed opgeleide handen aan het bed.
©Gavi Mensch
Nederland BV, 15-11-2010
maandag 15 november 2010
De zorg grap.
.
Tegenwoordig moet ik grinniken om de grapjes van de Human Resources Departements.
Niet echt van harte maar er zit genoeg zwarte humor in hun gestunt om een glimlach op mijn gezicht te krijgen. De naam van de afdeling op zich is al een grap. Human Resources of te wel het beheer van menselijke productiemiddelen, ofwel de energie waar een bedrijf op draait. Waar het hele bedrijf op draait, alles zonder uitzondering. In de zorg betekent dat simpelweg het zorgpersoneel. Zonder zorgpersoneel geen patiënten. Zonder patiënten geen inkomsten. Die brengen namelijk het zorgpremiegeld van de verzekeraars mee en de door de belasting geïnde centjes van de AWBZ. Meer is er niet.
Deze twee bronnen van inkomsten financieren maar ternauwernood de opname.
In zo'n geval zou iedere zorgwerker het bij zijn zorg behorende salaris moeten krijgen, het is precisiewerk.
Maar daar slaat men de plank volkomen mis. Van die inkomsten leven ook heel veel anderen: de managers zonder handen aan het bed, de subdirecties en de directies, de zorgbesturen en de raden van toezicht, de portier en de vele dames en heren aan de balies en recepties. En natuurlijk de enorme afdeling Human Resources, de dienst om de werknemers van dienst te zijn. Zij zorgen ervoor dat de contracten in orde zijn en dat er een salaris verwerkt en uitbetaald wordt. Die zorgen dat de mensen die de inkomsten genereren niets te kort komen, zij beheren de menselijke productie middelen en zijn daar natuurlijk zuinig op: geen energie, geen geld, geen ziekenhuis en dus ook geen Human Resources medewerkers.
Mijn verpleegkundige energie wordt ingezet om geld te genereren. Ik sta aan het bed. Ik moet bijblijven en studeren, dagelijks, om de ontwikkelingen bij te houden. Ik gebruik mijn hersens en mijn lijf. Ik heb een groot verantwoordelijkheidsgevoel, ik werk met mensen, hun leven hangt van mij af. Eén verkeerde pil en dag patiënt!
Eén verkeerde beweging en de patiënt stort ter aarde, één verkeerde notitie van zijn bloeddruk en zijn hele medicatie patroon loopt in de soep, met alle gevolgen van dien. Ik ben er dus 8 uur per dag met mijn kop en lijf bij!
De alleraardigste dame van Human Resources heeft de opdracht om alle nieuwe verpleegkundigen zo laag mogelijk in te schalen, de directie wil voor een dubbeltje op de eerste rang.
Dus biedt zij mij voor een baan zonder vaste uren ( dus nooit weten of je de huur wel kunt betalen) een inschaling als verzorgende.
Lager dan in de advertentie stond.
En lager dan ik ooit ingeschaald ben sinds mijn diplomering(bijna 30 jaar geleden).
'Want u bent al ouder mevrouw en u heeft niet recentelijk in een ziekenhuis gewerkt'. Ik kan dan niet anders doen dan grinniken.
En mijn spullen bij elkaar pakken, vele vellen verplicht papier, een halve cartridge van de printer, mijn reiskostendeclaratie, de kwitantie van de dure parkeergarage van het ziekenhuis.
Geen enkele vergoeding. Je moet er wat voor overhebben. Wat?
Om te solliciteren heb je al geld nodig en tijd. Vele uren invullen en voorbereiden, schrijven en wachten.
Waarom dat gesjoemel met mijn salaris, 2 schalen minder dan in mijn vorige baan en ongeveer 500 euro minder per maand, 6000 per jaar?
Een curriculum van twee kantjes, veelzijdigheid, studiezin en 30 jaar ervaring in alle takken van de verpleging, meer dan 40 jaar aan het werk, nooit subsidies, geen studiefinanciering.
Halve pensioentjes en meer van dat soort ellende.
'En wel flexibel blijven met flex contracten mevrouw, 36-40 uur net zoals elke jonge meid. En gewoon nachtdiensten, van dat 55+recht moet u maar afzien, anders kunt u hier niet werken en uw ADV uren betalen wij uit', zegt de aardige dame van HR.
"Hallo, weet je nog waarom dat ooit ingesteld werd? Om ons tot ons 65ste uit te kunnen buiten! Zodat we ook geen pensioengeld meer opmaken?" zeg ik met een lieve glimlach.
"Niemand protesteert daartegen" zegt ze verbaasd, "Iedereen wil werken en dit is wat ik te bieden heb, een paar uur hier en een dagje daar, u moet wel overal inzetbaar zijn. U krijgt ook geen ziekengeld, dat zit al bij uw salaris inbegrepen, evenals uw vakantiegeld.
Daarom krijgt u eigenlijk uiteindelijk ook wat meer uurloon".
"Dat is dan mooi", zeg ik terwijl ik mijn jas aantrek, "Ik hoor van u morgen wel of ik gewoon ingeschaald word. Dank u vriendelijk voor uw tijd en uitleg".
Ze kijkt me wat verbaasd aan en zegt dan: "Tja, dat moet ik eerst overleggen met het afdelingshoofd sollicitanten en die dan weer met zijn manager van HR. Ik heb bovendien mijn ADV dagen en ook nog wat verlofdagen, van overwerk, u weet wel. Op zijn vroegst wordt dat over twee weken".
Ik blijf glimlachen en ik wuif nog even terwijl ik de deur achter mij dichttrek.
In de gang hangt een poster: 'Meer handen aan het bed', staat er op.
Ik pak mijn pen en schrijf eronder:
'Geregeld, morgen wordt de patiënt gewassen door de bestuurder van dit ziekenhuis, vertroeteld door zijn secretaresse en verder verpleegd door de HR manager en de dame die mij zojuist wilde beroven'.
Ik rijd met een rode kop naar huis en rol het yogamatje uit.
En ik verwacht ook geen telefoontje meer,
©Gavi Mensch
Maastricht, 12-11-2010
Tegenwoordig moet ik grinniken om de grapjes van de Human Resources Departements.
Niet echt van harte maar er zit genoeg zwarte humor in hun gestunt om een glimlach op mijn gezicht te krijgen. De naam van de afdeling op zich is al een grap. Human Resources of te wel het beheer van menselijke productiemiddelen, ofwel de energie waar een bedrijf op draait. Waar het hele bedrijf op draait, alles zonder uitzondering. In de zorg betekent dat simpelweg het zorgpersoneel. Zonder zorgpersoneel geen patiënten. Zonder patiënten geen inkomsten. Die brengen namelijk het zorgpremiegeld van de verzekeraars mee en de door de belasting geïnde centjes van de AWBZ. Meer is er niet.
Deze twee bronnen van inkomsten financieren maar ternauwernood de opname.
In zo'n geval zou iedere zorgwerker het bij zijn zorg behorende salaris moeten krijgen, het is precisiewerk.
Maar daar slaat men de plank volkomen mis. Van die inkomsten leven ook heel veel anderen: de managers zonder handen aan het bed, de subdirecties en de directies, de zorgbesturen en de raden van toezicht, de portier en de vele dames en heren aan de balies en recepties. En natuurlijk de enorme afdeling Human Resources, de dienst om de werknemers van dienst te zijn. Zij zorgen ervoor dat de contracten in orde zijn en dat er een salaris verwerkt en uitbetaald wordt. Die zorgen dat de mensen die de inkomsten genereren niets te kort komen, zij beheren de menselijke productie middelen en zijn daar natuurlijk zuinig op: geen energie, geen geld, geen ziekenhuis en dus ook geen Human Resources medewerkers.
Mijn verpleegkundige energie wordt ingezet om geld te genereren. Ik sta aan het bed. Ik moet bijblijven en studeren, dagelijks, om de ontwikkelingen bij te houden. Ik gebruik mijn hersens en mijn lijf. Ik heb een groot verantwoordelijkheidsgevoel, ik werk met mensen, hun leven hangt van mij af. Eén verkeerde pil en dag patiënt!
Eén verkeerde beweging en de patiënt stort ter aarde, één verkeerde notitie van zijn bloeddruk en zijn hele medicatie patroon loopt in de soep, met alle gevolgen van dien. Ik ben er dus 8 uur per dag met mijn kop en lijf bij!
De alleraardigste dame van Human Resources heeft de opdracht om alle nieuwe verpleegkundigen zo laag mogelijk in te schalen, de directie wil voor een dubbeltje op de eerste rang.
Dus biedt zij mij voor een baan zonder vaste uren ( dus nooit weten of je de huur wel kunt betalen) een inschaling als verzorgende.
Lager dan in de advertentie stond.
En lager dan ik ooit ingeschaald ben sinds mijn diplomering(bijna 30 jaar geleden).
'Want u bent al ouder mevrouw en u heeft niet recentelijk in een ziekenhuis gewerkt'. Ik kan dan niet anders doen dan grinniken.
En mijn spullen bij elkaar pakken, vele vellen verplicht papier, een halve cartridge van de printer, mijn reiskostendeclaratie, de kwitantie van de dure parkeergarage van het ziekenhuis.
Geen enkele vergoeding. Je moet er wat voor overhebben. Wat?
Om te solliciteren heb je al geld nodig en tijd. Vele uren invullen en voorbereiden, schrijven en wachten.
Waarom dat gesjoemel met mijn salaris, 2 schalen minder dan in mijn vorige baan en ongeveer 500 euro minder per maand, 6000 per jaar?
Een curriculum van twee kantjes, veelzijdigheid, studiezin en 30 jaar ervaring in alle takken van de verpleging, meer dan 40 jaar aan het werk, nooit subsidies, geen studiefinanciering.
Halve pensioentjes en meer van dat soort ellende.
'En wel flexibel blijven met flex contracten mevrouw, 36-40 uur net zoals elke jonge meid. En gewoon nachtdiensten, van dat 55+recht moet u maar afzien, anders kunt u hier niet werken en uw ADV uren betalen wij uit', zegt de aardige dame van HR.
"Hallo, weet je nog waarom dat ooit ingesteld werd? Om ons tot ons 65ste uit te kunnen buiten! Zodat we ook geen pensioengeld meer opmaken?" zeg ik met een lieve glimlach.
"Niemand protesteert daartegen" zegt ze verbaasd, "Iedereen wil werken en dit is wat ik te bieden heb, een paar uur hier en een dagje daar, u moet wel overal inzetbaar zijn. U krijgt ook geen ziekengeld, dat zit al bij uw salaris inbegrepen, evenals uw vakantiegeld.
Daarom krijgt u eigenlijk uiteindelijk ook wat meer uurloon".
"Dat is dan mooi", zeg ik terwijl ik mijn jas aantrek, "Ik hoor van u morgen wel of ik gewoon ingeschaald word. Dank u vriendelijk voor uw tijd en uitleg".
Ze kijkt me wat verbaasd aan en zegt dan: "Tja, dat moet ik eerst overleggen met het afdelingshoofd sollicitanten en die dan weer met zijn manager van HR. Ik heb bovendien mijn ADV dagen en ook nog wat verlofdagen, van overwerk, u weet wel. Op zijn vroegst wordt dat over twee weken".
Ik blijf glimlachen en ik wuif nog even terwijl ik de deur achter mij dichttrek.
In de gang hangt een poster: 'Meer handen aan het bed', staat er op.
Ik pak mijn pen en schrijf eronder:
'Geregeld, morgen wordt de patiënt gewassen door de bestuurder van dit ziekenhuis, vertroeteld door zijn secretaresse en verder verpleegd door de HR manager en de dame die mij zojuist wilde beroven'.
Ik rijd met een rode kop naar huis en rol het yogamatje uit.
En ik verwacht ook geen telefoontje meer,
©Gavi Mensch
Maastricht, 12-11-2010